5.7.
PLAFONDMONTAGE VAN DE UNIT
Nota. Installeer het systeem met de condenspomp (aangeboden als accessoire) als de collector zich stroomopwaarts bevindt.
5.8.
AANSLUITING VAN HET LUCHTKANAAL
Afmetingen D of Da naargelang de unit.
• De aangesloten luchtkanalen mogen niet gebogen worden en moeten apart worden bevestigd.
• Controleer dat de ventilatoren niet toegankelijk zijn door de openingen van de luchtkanalen. Anders moet er een bescheringsrooster worden
voorzien. Dit rooster is beschikbaar in het verkoopsgamma op onze website.
• De diameter van de leidingen aan de luchttoevoer en luchtafvoer mag niet worden verkleind. Om de luchtsnelheid, drukval of geluidsniveau in
SMARTY XP v2021.1
Figuur 5.7.1. plafondmontage van de unit
Figuur 5.7.2.
⌀
NL |
11