Vertraagde startspanning uitstel (t
tijdens startspanningsmodus. Voorbeeld: Als de startmotor gedurende 5
seconden 150 A afneemt om de motor te starten, wordt ongeveer ~0.2 Ah
afgenomen van de startaccu. Indien, tijdens het stationair draaien van de
motor, de dynamo alleen 20 A kan opwekken, duurt het 150 A/20 A x 5 s =
37,5 s om de startaccu opnieuw te laden. Standaard: 120 seconden.
Uitschakelingsspanning (V
uitschakeling
uitgeschakelde motor. Hierdoor blijft de startaccu volledig opgeladen en is er
een hysterese met betrekking tot het startniveau. De hysterese moet groot
genoeg zijn om te voorkomen dat V
in laadstroomreductie. Actie wordt genomen na t
dit maakt opladen mogelijk tijdens tijdelijke lage spanningsomstandigheden.
Standaard: 13,1 V (smart dynamo) en 13,5 V (normale dynamo).
Instellingsbereik voor start- en stopspanningen: 9 tot 17 V
Vergrendeling ingangsspanning
Installatie vergrendeling ingangsspanning: Vergrendeling ingangsvermogen
is het minimum niveau waarop laden toegestaan is, onder dit niveau stopt
laden onmiddellijk. Standaard (in laadmodus): vergrendeling: 12,5 V / opnieuw
starten: 12,8 V. Standaard (in voedingsmodus): vergrendeling: 10,5 V / opnieuw
starten: 12 V.
Als 'geforceerd laden' ingeschakeld wordt, dan wordt stroom uit
startaccu getrokken als de motor niet draait. Het instellen van
het vergrendelingsniveau op zeer laag of het deactiveren van
de ingangsspanningvergrendeling kan resulteren in een uitgeputte
startaccu.
Om vergrendeling ingangsspanning te installeren, zijn twee criteria belangrijk:
• Minimum dynamospanning: Een smart dynamo kan werken bij een zeer
lage dynamospanning (<12,5V) bv. als het voertuig versnelt. Opladen
tijdens deze lage spanning is toegestaan tijdens t
in "motoruitschakelingsdetectie volgorde 3→4". Als laden tijdens deze
periode ingeschakeld moet blijven, moet het vergrendelingsniveau minstens
ingeschakeld zijn onder de minimale dynamospanning.
Opmerking: Als de te lage spanning periode van de ingang de t
overschrijdt, dan schakelt de motoruitschakelingsdetectie het laden uit.
• Spanningsverlies langs de ingangskabel: Zoals gezien in
"motoruitschakelingdetectie volgorde 1→3" wordt V
Als de dynamospanning snel zakt (smart dynamo) dan heeft de
spanningsregeling wat tijd nodig om laadstroom te verminderen en V
V
te houden. Tijdens deze aanpassingsperiode kan V
uitschakeling
V
zakken, wat de bescherming voor te lage spanning activeert en
vergrendeling
het laden stopt. Om dit te voorkomen moet V
worden: V
≤ V
vergrendeling
uitschakeling
Voorbeeld: Bereken de spanningsval van de accukabel:
• Afstand tussen startaccu en lader: 5 m
• V
= 13,1 V. Aanbevolen kerndoorsnede: 16 mm2
uitschakeling
• Kabelweerstand: ~1,1 mΩ/m @20 °C, thus R
= 11 mΩ
• Bij een maximale ingangsstroom van 50 A resulteert dit in:
• V
= 11 mΩ x 50 A = 550 mV
kabel
• V
≤ V
– V
vergrendeling
uitschakeling
Kabelaansluitingen, externe zekeringen, temperatuur, enz. beïnvloeden de
totale kabelweerstand.
Pagina 21
Handleiding - Orion XS 12/12-50A DC-DC battery charger
): Herlaadtijd voor de startaccu
startuitstel
): Dit niveau komt overeen met een
zakt naar V
wat kan resulteren
IN
uitschakeling
uitloopt (1 minuut);
uitschakeling
zoals getoond
uitschakeling
verlaagd door V
IN
als volgt ingesteld
vergrendeling
– V
.
kabel
= 1,1 mΩ x 10 m (2 x 5 m)
-kabel
= 13,1 V – 550 mV = 12,55 V.
kabel
uitschakeling
.
kabel
op
IN
zelfs onder
IN
Gebruik, instelling en bewaking