Gebruikers en installateurs handleiding Aqua 1 plus
Druk kort op de
•
waarde met de
keuze uit 1 of 2. Bij 1 wordt de eerste schake-
ling volgens "HOn1" en "HOf1" uitgevoerd en
bij selectie van 2 wordt de tweede schakeling
volgens "HOn2" en "HOf2" uitgevoerd.
•
Druk nogmaals kort de
conden lang op geen enkele knop. De nieu-
we waarde wordt opgeslagen en de procedu-
re beëindigd.
Of druk kort op de
•
te verlaten, zonder wijzigingen op te slaan.
Controleer het klokprogramma zorgvuldig. Er
kunnen gemakkelijk fouten gemaakt wor-
den.
7.1.3.7
Weergave van de bedrijfstoestand.
Als het toetsen niet geblokkeerd zijn, druk dan
•
kort op de
knop. Er verschijnt 3 seconden
een van de teksten: Auto, ECO, Obst of Anti
aanduiding van de huidige bedrijfstoestand.
7.1.3.8
Uitzetten van het alarm geluid
Om het alarm geluid (de pieper) uit te zetten moet
instelling u9 van 1 naar 0 gezet worden. De instel-
ling vind u in het installateurs menu.
7.1.3.9
Start condities AUTO, ECO, boost
De water verwarming wordt in een
toestand alleen ingeschakeld als aan bepaalde
condities wordt voldaan:
•
AUTO
De warmtepomp start als de temperatuur van
de onderste sensor lager is dan de instelling
SP2 minus de hysterese . In formule vorm:
Tp2 < SP2 – r0
De warmtepomp stopt als de temperatuur van
de onderste sensor hoger wordt dan SP2.
Het elektrisch element start als de temperatuur
van de bovenste sensor lager is dan de instel-
ling SP2 minus de hysterese. In formule vorm:
Tp1 < SP2 – r0
en stopt als de temperatuur van de bovenste
sensor hoger is dan SP2, in formule
Voorbeeld:
De fabrieksinstelling van SP2 is 55°C en die van
r0 is 7 zodat de warmtepomp start en als de
onderste sensor lager dan 48°C meet en stopt
als de onderste sensor hoger dan 55°C meet.
Het elektrisch element start als de bovenste
Aqua1 plus 160-200-260 HT en 200-260 LT handleiding 20191122
knop en stel daarna de
of de
knoppen in. Er is
knop of druk 15 se-
knop om de procedure
werkings-
Tp2 > SP2
Tp1 > SP2
sensor lager dan 48°C meet en stopt als de
bovenste sensor hoger dan 55°C meet.
ECO
•
De warmtepomp start als de temperatuur van
de onderste sensor lager is dan de instelling
SP1 minus de hysterese. In formule vorm:
Tp2 < SP1 – r0
De warmtepomp stopt als de temperatuur van
de onderste sensor hoger wordt dan SP1.
Het elektrische element wordt in ECO niet ge-
start.
Voorbeeld: De fabrieksinstelling van SP1 is 55°C
en die van r0 is 7 zodat de warmtepomp start
als de onderste sensor lager dan 48°C meet en
stopt als de onderste sensor hoger dan 55°C
meet.
•
OVERBOOST
Overboost moet handmatig geactiveerd wor-
den. Dat kan in ECO alleen als de bovenste
sensor een lagere temperatuur dan SP3 (45°C)
meet. Zodra Overboost geselecteerd is wordt
het elektrisch element direct aangezet. Wan-
neer de bovenste sensor hoger dan de streef
temperatuur meet (SP1 bij start uit ECO en SP2
bij start uit AUTO) dan wordt het elektrisch ele-
ment uitgeschakeld en is Overboost geëindigd.
De warmtepomp blijft werken tot ook de on-
derste sensor hoger dan SP1 of SP2 meet.
7.1.3.10 Temperatuur op het scherm
Als het toestel aan staat en normaal functioneert
dan staat op het scherm de temperatuur die in P5
is geselecteerd:
Als P5 = 0, dan wordt de temperatuur van de
•
bovenste tank sensor getoond.
•
Als P5 = 1, dan wordt de huidige streef tem-
peratuur getoond;
Als P5 = 2, dan wordt de temperatuur van de
•
onderste tank sensor getoond.
•
Als P5 = 3, dan wordt de temperatuur van de
sensor in de verdamper getoond.
•
In de rust toestand (stand-by) wordt geen
temperatuur op het scherm getoond.
7.1.3.11 Ontdooien
Ontdooien wordt automatisch geactiveerd wan-
neer de temperatuur van de verdamper lager is
dan de instelling van d17 (standaard -2°C) en P4
geen 0 is.
Een ontdooi actie start alleen als de compressor
sinds de vorige ontdooi actie tenminste d18 minu-
Tp2 > SP1
Pagina 20 / 36