stroomtoevoer controlebox
Deze toepassing is bedoeld voor permanente aansluiting op de vaste elektrische
bedrading van het elektrische systeem via een geschakelde verbinding met dubbele
pool met een zekering van 3 amp, die tenminste 3mm contactscheiding heeft.
Een voedingskabel van 230 V van 2 meter is al aangesloten op de controlebox, deze
mag niet verwijderd worden. Vervang de kabel in de box niet als deze beschadigd
is. De lage wisselstroom van 12 V van het systeem is beschermd met een zekering.
Dit apparaat is ip54-beveiligd als er afsluitkappen bevestigd worden op ongebruikte
kabelgaten en de afdekking en de verzegeling correct geplaatst zijn.
Alle gebruikte stroomkabels op de installatie dienen har-goedgekeurd te zijn (0,75
mm
).
2
Externe aansluitingen
De controle-pcb beschikt over aansluitingen waarop externe items op het rada
pulse-systeem aangesloten kunnen worden (bijv. pomp, ventilator, lichten en
desinfectiesysteem).
Belangrijk! sluit geen stroomtoevoer aan op de externe aansluitpunten van
de pcB.
Deze aansluitingen zijn bedoeld om voedingsvoltage toe te voeren via contacten
met een relais van 12 V gelijkstroom (max. spoelweerstand 160 ohm).
Een relaiskast die ontwikkeld is voor gebruik met de pulse-controlebox is ook
verkrijgbaar, zie sectie: 'Beschrijving, toebehoren'.
Het programmeren van alle aansluitingen geschiedt via de hand held-programmeur,
zie sectie: 'Beschrijving, toebehoren'.
1.
Gebruik het installatiesjabloon (meegeleverd) om de positie van de
bevestigingsgaten voor de controlebox te markeren.
2.
Voor harde muren boort u een gat en plaatst u hier een plug in. Voor
andere soorten muren kunnen andere soorten bevestigingsmethoden (niet
meegeleverd) benodigd zijn.
3.
Verwijder de afdekking van de controlebox (zie illustratie).
4.
Houd de controlebox op zijn plaats en bevestig hem met de bevestigingsschroeven
(meegeleverd). Let op! Zorg ervoor dat u de sluitringen om de
bevestigingsschroeven van de controlebox plaatst.
5.
Installeer de rada pulse-sensoren en solenoïden, zie sectie: 'Installatie, de
sensoren installeren' en 'Installatie, de solenoïden installeren'.
Let op! Op de afdekking van de controlebox bevindt zich een informatielabel
dat door de installateur ingevuld moet worden. De informatie op dit label bevat
de positie in de installatie van de individuele sensoren en solenoïden (zie
voorbeeld op label).
6.
Plaats de afdekking op de controlebox en bevestig de schroeven (6).
Let op! Controleer of de verzegeling correct gemonteerd is.
21