2. INSTALLATIE
2.10. INSTALLATIE VAN DE VOELERS
DE LUCHTVOELERS ZIJN LOS MEEGELEVERD BIJ DE UNIT. ZE MOETEN WORDEN GEÏNS-
TALLEERD MET HET METALEN DEEL IN HET KANAAL VOOR DE CORRECTE DETECTIE VAN
3. INBEDRIJFSTELLING EN BEDIENING
3.1. CONTROLES VOORAF
1. Controleer of de afvoerbuisverbindingen en hun bevestigingen veilig zijn en of de unit gekanteld is naar de afvoerzijde.
2. Inspecteer de staat van de kanalen en roosters (roosters schoon en vrij van verstoppingen, geen scheuren in het
kanaal, enz.)
3. Zorg ervoor dat de aansluitspanning overeenstemt met die op het typeplaatje en voldoet volgens het elektrische sche-
ma van de unit en dat de juiste kabels gebruikt worden. Controleer de aanspanning van de elektrische aansluitingen
met de klemmen en aarde.
4. Controleer het luchtfilter, dat in de behuizing ervan moet zitten en goed moet worden geplaatst (het metalen rooster
moet naar binnen gericht zijn).
5. Controleer of de ventilator vrij draait met de hand.
• 30 •
BELANGRIJK!
DE LUCHTTEMPERATUUR.
Installatiehandleiding • FLATAIR ADV2 IOM-MIL161D-0920-09/2020