6 Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
1.
Controleer of de schakelaar (SF1) in de stand " "
staat.
2.
Controleer of de aftapklep volledig dicht is en of de
temperatuurbegrenzer (FQ10) niet is geactiveerd.
Vullen en ontluchten
VULLEN VAN DE KETEL IN DE VVM 320
Open een warmtapwaterkraan in de woning.
1.
Vul de boiler via de koudwateraansluiting (XL3).
2.
3.
Wanneer er met het water uit de warmtapwater-
kraan geen lucht meer meekomt, is de ketel vol en
kan de warmtapwaterkraan worden gesloten.
VULLEN VAN VVM 320
Open de ontluchtingsklep (QM20).
1.
2.
Open de vulkleppen (QM11). VVM 320 wordt gevuld
met water.
3.
Wanneer het water dat de ontluchter (QM20) verlaat
niet langer met lucht is vermengd, sluit u de ontluch-
ter. Na een tijdje begint de druk op de drukmeter te
stijgen. Als de openingsdruk voor het overstortven-
tiel is bereikt, begint dit water door te laten. Sluit de
vulklep. Ontlucht de spiraal van de boiler met gebruik-
making van de ontluchter (QM22).
Open het overstortventiel tot de druk in de VVM 320
4.
zich binnen het normale werkbereik bevindt (ca. 1
bar) en controleer of er geen lucht in het systeem
zit door aan de ontluchter (QM20) te draaien.
34
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
ONTLUCHTEN VAN HET KLIMAATSYSTEEM
1.
Schakel de stroom naar de VVM 320 uit.
2.
Ontlucht de VVM 320 via de ontluchtingsklep
(QM20) en de andere klimaatsystemen via hun rele-
vante ontluchtingskleppen.
Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-
3.
derd en de druk klopt.
Ontluchtingsklep (QM20)
FQ10
FC1
AFTAPPEN VAN HET KLIMAATSYSTEEM
1.
Sluit een slang aan op de onderste vulklep voor het
verwarmingssysteem (QM11).
2.
Open de klep om het afgiftesysteem af te tappen.
Zie ook paragraaf
"Aftappen van het
SF1
VVM320
QM11
QM22
afgiftesysteem".
NIBE VVM 320