Bedieningspaneel
11 10
9
1. [Push]-knop
Met deze knop kunt u de camera uitklappen.
2. Indicatielampje Stroom
Dit lampje brandt als het apparaat aan staat.
Dit lampje knippert als het apparaat aan het opstarten of aan het afsluiten is.
3. [Aan/uit]-knop
U kunt deze knop gebruiken om het apparaat aan en uit te zetten.
4. [Disconnect]-knop
Met deze knop kunt u een vergadering verlaten en de verbinding verbreken.
5. [Enter]-knop
Gebruik deze knop om het menu, de instelling of een ingestelde waarde die met de cursortoetsen
geselecteerd is, te activeren.
Deze knop wordt ook gebruikt om verbinding te maken met een vergadering en om een vergadering te
verlaten.
6. Knoppen voor het instellen van het geluidsvolume ([ ] [ ]-knop)
Deze knoppen kunt u gebruiken om het luidsprekervolume aan te passen.
7. Cursortoetsen ([ ] [ ] [ ] [ ])
Hiermee kunt u een menu, dialoog of instelling selecteren.
Deze toetsen worden ook gebruikt om over te stappen op andere schermlay-outs tijdens een vergadering.
8. [Menu]-knop
Gebruik deze knop om het Menu-scherm weer te geven.
9. [Mute]-knop
Gebruik deze knop om de audio-invoer naar het apparaat tijdelijk uit te schakelen.
1
8
7
6
Overzicht van onderdelen
2
3
4
5
CJB004
15