3. BEDIENING
Ventielbesturing instellen [ afb. O1 ]:
Volautomatische besturing:
a
op „AUTO / OFF" zetten.
v Keuzehendel
Programmagestuurde waterdoorstroom naar de
beregeningsinstallatoe volgens programmering (door
besturingsdeel / ontvanger of beregeningsbesturing).
Een automatisch geopend ventiel kan niet
handmatig gesloten worden.
4. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling / Overwinteren [ afb. O1 / S1 ]:
Om beschadiging van het beregeningsven
tiel en de complete besproeiingsinstallatie
te voorkomen moeten – in het bijzonder voor de
vorstperiode – de volgende maatregelen genomen
worden:
1. Waterkraan sluiten en verbindingsslang tussen water-
kraan en GARDENA Aansluitdoos art. 1594 / 2795
losmaken.
Daarmee kan lucht nastromen.
2. Bij directe aansluiting van de besproeiingsinstallatie
aan het huiswaternet de watertoevoer uitzetten en
aftapkraan in het huiswaternet openzetten.
a
3. De keuzehendels
van alle ventielen op stand „ON"
zetten.
4. Beregeningsventiel / Ventielbox leegmaken.
Daartoe zijn er de volgende mogelijkheden:
– Installatie met perslucht leegblazen.
– Alle ventielen uitbouwen en vorstvrij opbergen.
– Bij ventielbox V3 de ontwateringskap
nen en detvoevoerleiding leegmaken. Voor
5. STORINGEN VERHELPEN
Probleem
Beregeningsventiel gaat niet open,
geen waterdoorstroom
Beregeningsventiel sluit niet,
continue waterdoorstroming
AANWIJZING: Wend u bij andere storingen tot uw GARDENA servicecenter. Reparaties mogen
alleen door de GARDENA servicecenters en door speciaalzaken worden uitgevoerd, die door
GARDENA zijn goedgekeurd.
Handmatige besturing:
v Keuzehendel
Permanente van de programmering onafhankelijke
waterdoorstroom.
zover de leidingen vanaf de ventielbox V3 via een
ontwateringsventiel (bijv. in de GARDENA ver
zonken sproeiers), dat niet hoger dan het bere
geningsventiel aangebracht is, leeggemaakt
wordt, kunnen de beregeningsventielen in de
ventielbox gemonteerd blijven.
5. Batterij uit de besturingsmodule / ontvanger voor
afstandsbediening halen.
6. Schachtdeksel vergrendelen (zie 2. MONTAGE,
Deksel vastzetten).
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EU)
Het product mag niet met het normale huishou-
delijke afval worden afgevoerd. Het moet volgens
de geldende lokale milieuvoorschriften worden
afgevoerd.
BELANGRIJK!
6
ope
Voer het product via uw plaatselijke recyclingverzamel-
punt af.
Mogelijke oorzaak
Beregeningsbesturing / besturingsdeel
niet correct met het beregeingsventiel
verbonden.
Watertoevoer onderbroken.
Beregeningsventiel tegen de door-
stroomrichting ingebouwd.
a
Keuzehendel
op stand „ON".
Besturingsmodule werd tijdens de
besproeiing verwijderd.
a
op „ON" zetten.
Oplossing
v Beregeningsbesturing/ besturings-
deel correct met het beregenings-
ventiel verbinden.
v Warertoevoer openen.
v Beregeningsventiel in de schacht
draaien (let op doorstroomrichtung).
a
v Keuzehendel
op „AUTO / OFF"
zetten.
v Besturingsmodule plaatsen en via de
besturingsmodule uitschakelen.
19