Algemene montage-instructie:
v Alle Oringen en metalen vastzetbeugels voor
de montage invetten! Schuif een Oring op beide
kanten van de telescoopbuis
Ventielbox installeren [ afb. A1 ]:
1
1. Ventielbox
met een verpakking grof grind
ca. 20 cm x 30 cm x 10 cm (V1) /
30 cm x 35 cm x 10 cm (V3) onderbouwen.
Daarmee is het correct functioneren van de schacht
drainage gegarandeerd.
2. Bovenkant ventielbox gelijk met de bodemoppervlakte
(bij de grasmat) inbouwen.
Daarmee zijn beschadigingen bij het grasmaaien
uitgesloten.
Bij de inbouw van de ventielbox moet het deksel
gesloten zijn. Het aangrenzende aardrijk mag
alleen voorzichtig verdicht worden, zodat de wan
den niet ingedrukt worden waardoor het deksel
niet meer volledig kan worden gesloten.
De wanden eventueel aan de binnenkant met
afstandshouders bij het verdichten steunen.
GARDENA aanvoerbuizen op ventielschacht
aan sluiten [ afb. A2 ]:
Alleen voor ventielbox V3:
5
De verdeler
heeft 3 ingangen. Daarmee kan de ventiel-
box flexibel aangesloten worden.
4
1. Afsluitdoppen
op de ongebruikte ingangen schroeven.
5
2. Verdeler
van buiten in de ventielbox steken en met
2
de beide moeren
van binnen met de ventielbox vast-
schroeven.
6
3. Ontwateringskap
op de verdeler
Voor ventielbox V1 en V3:
7
v Aansluitingen
van binnen in de ventielbox steken en
2
met de beide moeren
vastschroeven.
De GARDENA Aanvoerbuizen 25 mm art. 2700 / 2701
en 32 mm art. 2704 / 2705 kunnen via de GARDENA Ver
bindingsstukken 25 mm art. 2762 en 32 mm
art. 2768 worden aangesloten.
V3: 2 ventielboxen V3 verbinden [ afb. A3 ]:
Met behulp van de 1"x1"-verbinder art. 275800.900.01
kunnen 2 ventielboxen V3 met elkaar worden verbonden.
v 1"x1"-verbinder
3
aan de open verdeleruitgangen van
de beide ventielboxen V3 vastschroeven.
V3: open verdeleruitgang sluiten [ afb. A4 ]:
Als in een ventielbox V3 slechts 2 ventielen gemonteerd
worden, moet de open verdeleruitgang met een eindkap
afgesloten worden.
1. Korte telescoopbuis
8
in de open verdeleruitgang
schuiven.
9
2. Fixeerbeugel
in de gaten van de verdeleruitgang
steken.
De korte telescoopbuis
q
3. Afsluitdop
op de korte telescoopbuis
18
8
/
w
.
s
van
5
schroeven.
van buiten met de ventielbox
8
wordt vastgezet.
8
schroeven.
Beregeningsventiel 9 V / 24 V (art. 1251 / 1278)
monteren [ afb. A5 ]:
LET OP!
Doorstroomrichting!
v Bij de montage van het beregeningsventiel
de doorstroomrichting (pijlen) letten.
1. Lange telescoopbuis
de uitgangzijde
2. Korte telescoopbuis
besproeiingsklep
De pijlen op de besproeiingsklep geven de doorstroom
richting aan.
3. Beregeningsventiel met de korte telescoopbuis
in de verdeleruitgang
4. Lange telescoopbuis
de besproeiingsklep
9
5. Fixeerbeugel
en de aansluitingen
De telescoopbuizen
Bij geopende schachtdeksel
ting op de beregeningsventiel
vastgesteld worden.
Beregeningsventielen 24 V (art. 1278) aansluiten
[ afb. A6 / A7 ]:
Er kunnen max. 12 beregeningsventielen art. 1278 (24 V)
via de verbindingskabel art. 1280 met de beregeningsbe-
sturing 4040 art. 1276 in combinatie met de uitbreidings-
module 2040 art. 1277 worden aangesloten.
1. Verbindingskabel
leiden en volgens de uitgangen van de beregeningsbe-
sturing (zie kleur van de kabel) met de klemstrip
schroeven.
2. Van elk ventiel een kabel in de aansluitingen C schroe-
ven.
3. Van elk ventiel de andere kabel volgens de toewijzing
in de aansluitingen 1– 6 schroeven.
4. Als 2 ventielboxen V3 gebruikt worden, de tweede
ventielbox V3 via de verbindingskabel aan de eerste
ventielbox V3 aansluiten.
u
5. Beschermkap
de beide schroeven
De aansluiting van de beregeningsventielen
art. 1251 (9 V) aan de aanvanger voor besturings
delen art. 1250 vindt u in de instructies voor gebruik
programmeereenheid art. 1242.
Deksel vastzetten [ afb. A8 ]:
v Door de sluithendel
zetten zodat bij het maaien de deksel beschermd is.
Als diefstalbeveiliging kan de deksel
worden.
p
v Gelijke gaten
(met kleine hangsloten of sluitlus) afsluiten
0
– of –
anders de deksel
tegen diefstal beveiligen.
w
helemaal in de aansluiting aan
7
schuiven.
8
in de ingangzijde van de
e
schroeven.
0
schuiven.
w
in de uitgangszijde van
e
schroeven.
in de gaten van de verdeleruitgangen
7
steken.
8
/
w
worden vastgezet.
r
kan de doorstroomrich-
e
via gemarkeerde pijlen
t
aan de zijkant in de ventielbox V3
z
over de klemstrip
schuiven en met
i
vastschroeven.
o
90° te draaien deksel
r
afgesloten
van de ventielbox en van de deksel
r
met een plaatschroef (4,2 x 19 mm)
e
op
8
0
z
vast-
r
vast-