Inhoudsopgave
Advertenties
Wanneer de kachel wordt uitgeschakeld, loopt de onderste toevoerschroef van de brander automatisch leeg en vervolgens zal de resterende
hoeveelheid pellets in de vuurpot de verbranding beëindigen tijdens de fase voor de EINDREINIGING. Ook als de kachel na een alarm uitgaat,
zullen de overgebleven pellets in de vuurpot hun verbranding beëindigen tijdens de fase voor de EINDREINIGING.
Aan het einde van de EINDREINIGING gaat de kachel uit wanneer de temperatuur van de rook onder de 60°C daalt.
Aan het einde van de EINDREINIGING en met de kachel koud, vóór een volgende ontsteking, moet de vuurpot zich in de staat bevinden die wordt
getoond in Fig.4. waar de resterende as zich aan de monding van het onderste deel van de vuurpot moet bevinden en niet in de vuurpot. Als het
niveau van de resterende as, na de fase van de EINDREINIGING, hoger is dan dat van Fig.4 en zich in de vuurpot bevindt (bijv. Fig. 5), zuig dan
de overtollige hoeveelheid op om het niveau terug te brengen naar de hoeveelheid aanwezig in Fig. 4 en ga verder met een nieuwe ontsteking.
F
. 4
ig
AANDACHT
Het apparaat mag alleen werken wanneer de deur van de verbrandingskamer gesloten is.
Tijdens de werking moet de pelletdeur gesloten zijn.
Gebruik bij het openen van de pelletdeur en/of het esthetische glas van de bekleding de bijgeleverde hittebestendige
handschoen.
De kachel mag ENKEL ingeschakeld worden wanneer de vuurpot leeg en schoon is.
AANDACHT
De installateur moet aanwezig zijn tijdens de facultatieve Eerste Inschakeling van het apparaat aangezien het
tijdens deze fase nodig zou kunnen zijn sommige onderdelen van de installatie af te stellen, of andere handelingen uit te
voeren waarvoor het gespecialiseerde Dienstcentrum niet bevoegd en niet verantwoordelijk is.
Indien er een tweede ingreep uitgevoerd moet worden door het gespecialiseerde Technische Dienstcentrum omdat deze
afstellingen niet tijdens de facultatieve Eerste Inschakeling uitgevoerd konden worden,
OPMERKING
Men raadt aan de modus STAND-BY in te schakelen wanneer de condities van het gebouw en/of het
desbetreffende gebruik dit toestaan. Frequente uit- en inschakelingen kunnen leiden tot defecten aan het apparaat,
mogelijke alarmen voor gemiste inschakeling en een verspilling van elektrische energie en brandstof.
28
F
. 5
ig
Ja
Nee
is
deze ten laste van de klant.
Advertenties
Inhoudsopgave
