Onderhoud
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat bij een werkende instal-
latie en bij het onderhoud geen schade ontstaat,
de volgende aanwijzingen in acht nemen. Anders
kunnen verwondingen, schade aan het toestel ont-
staan en/of kan de werking van het toestel worden
geschaad. De leverancier/fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor hieruit resulterende schade.
–
Het verwarmingstoestel minstens eenmaal per
jaar door gekwalificeerd onderhoudspersoneel
laten reinigen.
–
De veiligheidsfuncties minstens eenmaal per jaar
door gekwalificeerd onderhoudspersoneel laten
controleren, zie pagina 14 (Veiligheidsfuncties
en branderwerking controleren).
–
Scherpe platen. Draag steeds geschikte hand-
schoenen!
–
Na het reinigen of repareren controleren of de
componenten op en in het verwarmingstoe-
stel in correcte staat zijn. Het toestel mag pas
weer in bedrijf gesteld worden, wanneer alle
beschermende voorzieningen aangebracht en
de veiligheidsfuncties gecontroleerd zijn, zie
pagina 14 (Veiligheidsfuncties en brander-
werking controleren).
1 Branderbesturing BCU uitschakelen.
2 Installatie spanningsvrij maken. De netstekker
mag er pas uitgetrokken worden, wanneer het
apparaat uitgeschakeld en het nakoelen beëin-
digd is.
3 Gastoevoer afsluiten.
5
4
8
7
10 Het rooster met een doek reinigen.
11 De binnenruimte van het apparaat voorzichtig
uitblazen.
▷ De windvaan mag niet verbuigen.
12 De ventilator en de windvaan met een doek rei-
nigen.
13 Controleren of de windvaanschakelaar vrij scha-
▷ Indien de windvaan lichtjes in de richting van de
▷ De inspuiter en branderschijf op vervuiling con-
13
15
6
▷ De ionisatie- en ontstekingspen kan bij een inge-
18
9
21
24 De elektroden op vervuiling controleren en indien
NL-12
kelt.
pijl bewogen wordt, is een lichte klik hoorbaar.
De schakelweg is dan in orde.
klick
troleren en indien nodig met een doek reinigen.
Eerst de branderschijf, dan de inspuiter de-
monteren. Daar is speciaal gereedschap voor
nodig. Sleutelwijdte van de inspuiter = SW 35.
De inspuiter is boven de branderschijf met een
kruiskopschroef geborgd.
16
bouwde branderkamer gedemonteerd worden.
19
SW 21
SW 22
22
SW 21
nodig met een doek reinigen. Hardnekkige ver-
vuiling op de elektrodestaaf met fijn schuurpapier
verwijderen.
14
17
20
23