oproepen kunnen worden gemaakt.
Voordat de handset voor de eerste keer gebruikt kan
worden, moet de batterij minstens 3 uur lang worden
opgeladen.
AAN/UIT zetten
Druk 3 seconden of langer op
om de telefoon AAN te
zetten.
Geen SIM kaart verschijnt als er geen SIM kaart ingevoegd is.
Alleen noodoproepen kunnen gedaan worden, zolang als
er geen SIM kaart in zit. Druk nogmaals 3 seconden op
om de telefoon UIT te zetten. De datum en uur
verschijnen bij initieel opstarten van de telefoon.
Gebruik van de batterij
Het
pictogram wordt voortdurend getoond in de rechter
bovenhoek van het LCD scherm.
Het pictogram geeft de
hoogte van de batterijvoeding aan.
Hoe meer balkjes er
getoond worden, des te meer voeding is er.
Een waarschuwingsbericht wordt getoond als het voltage
van de batterij laag is. De displayverlichting en bepaalde
andere functies kunnen ophouden te werken. Als de batterij
te zwak is om de telefoon te gebruiken, zal de handset
automatisch UIT gaan.
De spreek- en stand-by tijden van de batterij zijn aan
veranderingen onderhevig. Vervang de batterij als de
batterijvoeding merkbaar achteruit is gegaan (dit vraagt om
meer frequent opladen).
19