Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nutricia Flocare Infinity III Gebruiksinstructies pagina 8

Inhoudsopgave

Advertenties

Indien de verzorger het benodigde toezichtschema niet kan garanderen dient de
gezondheidsmedewerker betrokken te worden om de patiënt te adviseren over een
alternatieve therapieoplossing
Het wordt aangeraden om voor volume- en voedingsstofgevoelige patiënten (zoals
kinderen met metabole aandoeningen die nachtelijke en/of niet-gemonitorde therapie
ontvangen) waarbij een continue voedingstoediening belangrijk is en/of samengaat met
andere therapieën (bijv. een insulinepomp) additioneel toezicht in te stellen om het goed
functioneren van het sondevoedingssysteem en ingestelde therapie te waarborgen.
Gebruikers moeten worden geïnstrueerd om het geluidsniveau van het hoorbare alarm
van de Infinity II pomp op "HIGH" te zetten indien de pomp in een lawaaierige omgeving
wordt gebruikt of indien de verzorger niet in de nabijheid is, zoals gedurende de nacht,
om er zeker van te zijn dat het alarm wordt opgemerkt indien het is geactiveerd.
Het wordt aangeraden om kant-en-klare sondevoeding te gebruiken aangezien deze is
samengesteld voor de beoogde toedieningsspecificaties van de pomp.
Voeding die via het enterale toedieningssysteem wordt toegediend, moet een homogene
samenstelling hebben en ook tijdens de voedingstherapie homogeen blijven.
Gebruik alleen voeding die wordt voorgeschreven door de behandelend arts, diëtist,
verpleegkundige of andere bevoegde zorgverlener.
Het is belangrijk om voor het starten van elke sondevoedingstherapie, te controleren of
de geschiktheid van de gewenste voeding als sondevoeding in overweging is genomen
(dikte, homogeniteit, keuze van de neusmaagsonde, charrièremaat, etc.) om verstopping
of een andere onverwacht pompwerking te voorkomen. De conditie en geschiktheid van
de voeding moet worden afgestemd met de gezondheidsmedewerker die de klinische
situatie en behoeften van de patiënt kent en de patiënt het beste kan begeleiden in de
juiste voeding.
Niet-vloeibare ingrediënten en gemixte of gereconstitueerde poedervormige voedingen
kunnen de neiging hebben tot afsluiting van de toevoer in de sonde en in het
toedieningssysteem.
Gebruikers moeten zich ervan vergewissen dat elk substraat dat wordt gebruikt voor
een gemengde of opgeloste voeding in poedervorm geschikt is voor de toediening
via een enteraal toedieningssysteem (zie de gebruiksinstructies voor de voeding/het
toegevoegde substraat).
Gemixte of gereconstitueerde voeding kan schuimen. Indien een zodanige oplossing
wordt gebruikt, laat het dan geruime tijd staan voordat het in een voedingscontainer wordt
geschonken. Dit zal de kans op een alarm als gevolg van lucht in de set verminderen.
Indien er andere dan de standaard, kant-en-klare sondevoedingen worden voorgeschreven
als enterale voeding, dan dient dit te worden gedaan met voorzichtigheid en afgestemd
met de gezondheidsmedewerker. Voeding die als sondevoeding wordt toegediend dient
homogeen te zijn aangezien grotere stukken of visceuzere voeding verstopping tot
- 8 -

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave