5.4.1. Statusbalk
De statusbalk toont de status van de pomp door middel van pictogrammen bovenin het scherm.
Let op: pictogrammen worden alleen in het beginscherm getoond en kunnen de locatie van
de statusbalk doen veranderen.
5.4.2. Pictogrammen
x Het Nurse call-pictogram geeft aan dat de pomp in de Nurse call modus is.
x Het Datakabel-pictogram geeft aan dat de pomp in de PDMS-modus is.
x Het pictogram voor therapievergrendeling geeft aan dat de huidige actieve therapie
is vergrendeld en alleen na het ontgrendelen kan worden gewijzigd.
x Het stekkerpictogram geeft aan of de pomp is verbonden met de netvoeding.
x Het batterijpictogram geeft de batterijlading aan als een percentage.
5.4.3. Voortgangsbalk
De voortgangsbalk toont de hoeveelheid toegediende sondevoeding sinds de laatste keer dat
de voortgangsbalk werd gewist.
Opmerking: raadpleeg hoofdstuk 7.7.4 'De voortgangsbalk resetten' om te lezen hoe u de
voortgangsbalk handmatig terugzet.
VOLUME-SNELHEID
Als er een volume-snelheidstherapie is geprogrammeerd, is de voortgangsbalk volledig
omlijnd en geeft deze aan de linkerzijde in realtime informatie over het toegediende volume.
SNELHEID
Als er een snelheidstherapie is geprogrammeerd, verdwijnt de voortgangsbalk aan het einde
van de grafiek om aan te geven dat er geen volume is geprogrammeerd. De grafiek is statisch
en toont alleen het toegediende volume sinds de laatste keer dat deze werd gewist.
INTERMITTEREND
Als er een intermitterende therapie is geprogrammeerd, wordt de voortgangsbalk
onderverdeeld in een aantal geprogrammeerde porties. De voortgangsbalk kan maximaal drie
porties tonen; als er meer porties worden geprogrammeerd, verschijnen deze automatisch
nadat de eerder toegediende porties zijn afgegeven.
De voortgang van elke afzonderlijke portie wordt aangegeven door de geprogrammeerde
portie in realtime op te vullen in verhouding tot het volume/de snelheid.
- 14 -
[