2.
Dubbelklik op het pictogram 'Display' (Beeldscherm).
3.
Selecteer het tabblad 'Settings' (Instellingen) en klik op de knop 'Advanced Proper-
ties' (Geavanceerd).
4.
Selecteer 'Monitor'.
Scenario 1: Als de knop 'Properties' (Eigenschappen) niet actief is, is uw monitor correct
geconfigureerd. Beëindig de installatie.
Scenario 2: Als de knop 'Properties' (Eigenschappen) actief is, klik u op de knop 'Pro-
perties' (Eigenschappen)' en volgt u de onderstaande instructies.
5.
Klik op 'Driver' (Stuurprogramma) en vervolgens op 'Update Driver...' (Stuurprogramma
bijwerken) en op 'Next' (Volgende).
6.
Selecteer 'Display a list of the known drivers for this device so that I can choose a specific
driver' (Een lijst van bekende stuurprogramma's voor dit apparaat weergeven waaruit ik
kan kiezen) en klik vervolgens op 'Next' (Volgende) en 'Have disk' (Bladeren).
7.
Klik op de knop 'Browse' (Bladeren) en selecteer A:(D:\Driver).
8.
Klik op de knop 'Open' (Openen) en vervolgens op 'OK'.
9.
Selecteer het model van uw monitor en klik op 'Next' (Volgende) en nogmaals op
'Next' (Volgende).
10. Klik op 'Finish' (Voltooien) en vervolgens op 'Close' (Sluiten).
Als het bericht 'Digital Signature Not Found' (Digitale handtekening niet gevonden) wordt
weergegeven, klikt u op 'Yes' (Ja). Klik op 'Finish' (Voltooien) en vervolgens op 'Clo-
se' (Sluiten).
®
®
Microsoft
Windows
Millennium besturingssysteem
1.
Klik op 'Start', 'Setting' (Instelling), 'Control Panel' (Configuratiescherm).
2.
Dubbelklik op het pictogram 'Display' (Beeldscherm).
3.
Selecteer het tabblad 'Settings' (Instellingen) en klik op de knop 'Advanced Proper-
ties' (Geavanceerd).
4.
Select het tabblad 'Monitor' (Beeldscherm).
5.
Klik op de knop 'Change' (Wijzigen) in het gedeelte 'Monitor Type' (Type monitor).
6.
Kies 'Specify the location of the driver' (Geef de locatie van het stuurprogramma op).
7.
Kies 'Display a list of all the drivers in a specific location...' (Een lijst weergeven van alle
stuurprogramma's op een bepaalde locatie) en klik op 'Next' (Volgende).
8.
Klik op 'Have Disk' (Bladeren).
9.
Typ A:\(D:\driver) en klik op 'OK'.
10. Selecteer 'Show all devices' (Alle apparaten tonen), selecteer de monitor die u hebt
aangesloten op uw computer en klik op 'OK'.
11. Ga verder door op 'Close' (Sluiten) en 'OK' te klikken tot het dialoogvenster Display
Properties (Beeldschermeigenschappen) wordt gesloten.
®
®
Microsoft
Windows
NT besturingssysteem
Software gebruiken
27