⚠
De veiligheidsgordel moet zo strak mogelijk gedragen worden, zonder het comfort van de gebruiker
aan te tasten.
⚠
Veiligheidsgordels mogen niet verdraaid zitten tijdens het gebruik.
⚠
U moet voorzichtig zijn wanneer u de vergrendeling van de veiligheidsgordel plaatst, zodat de
gordelhouder niet in contact komt met de componenten van het voertuig tijdens het rijden of bij een
botsing.
⚠
De veiligheidsgordel mag niet weggehouden worden van het lichaam door componenten van het
voertuig of door onderdelen, zoals de armleuning of het wiel.
Tekst voor afbeelding 6
Illustratie van een incorrecte installatie van een veiligheidsgordel
Tekst voor afbeelding 7
Illustratie van een correcte installatie van een veiligheidsgordel
Positie van de veiligheidsgordel bij het gebruik van een riembevestigingssysteem met vier punten
⚠
De heupgordel moet laag over de voorkant van het bekken geplaatst worden, waardoor er dus een
hoek ontstaat die valt binnen de gewenste of optionele zone van 30° tot 75°, zoals er getoond wordt op
de illustratie. Er is een abruptere (grotere) hoek met een gewenste zone van 45° tot 75° gewenst, maar
de zone mag nooit groter zijn dan 75°
37