De decompressie begint nu, maar slechts zeer langzaam. Daarom moet u verder opstijgen.
Display-aanduidingen in de decompressiezone
Wanneer u de decompressiezone bereikt, verschijnen er twee pijlen die naar elkaar wijzen
(het zandlopersymbool) in de display. Hieronder ziet u een voorbeeld van een
decompressieduik waarbij de duiker zich in de decompressiezone bevindt.
Tijdens de decompressiestop wordt de waarde voor ASC TIME afgeteld tot nul. Wanneer
het decompressieplafond hoger komt te liggen, kunt u opstijgen tot het nieuwe
decompressieplafond. U mag pas terugkeren naar de oppervlakte nadat de aanduidingen
ASC TIME en CEILING (decompressieplafond) zijn verdwenen: in dat geval zijn alle
decompressiestop en eventuele verplichte veiligheidsstops uitgevoerd. Het wordt echter
aangeraden om te wachten totdat ook de aanduiding STOP is verdwenen. In dat geval is
namelijk ook de aanbevolen veiligheidsstop van drie minuten voltooid.
Displayaanduidingen boven het decompressieplafond
Als u tijdens een decompressiestop opstijgt tot boven het decompressieplafond, verschijnt
er een naar beneden gerichte pijl in de display en klinkt er een continu geluidssignaal.
Bovendien geeft de waarschuwing 'Er' in de display aan dat u binnen drie minuten moet
terugkeren tot onder het plafond. Daal direct af tot het decompressieplafond of lager.
Wacht u langer met het opvolgen van de decompressie-instructies, dan wordt automatisch
de modus Error permanent geactiveerd. In deze modus kan het apparaat alleen nog als
dieptemeter en timer worden gebruikt. Na terugkeer moet u ten minste 48 uur wachten
voordat u opnieuw mag gaan duiken. (Zie Paragraaf 5.6, "Activering van de modus Error").
6.2. Duiken in de modus NITROX mode (DIVEnitrox)
De modus NITROX mode (DIVEnitrox) is de tweede duikmodus van de Suunto Vyper
en is bestemd voor duiken met luchtmengsels die zijn verrijkt met zuurstof.
6.2.1. Voor een duik in de modus NITROX
Wanneer de modus NITROXis ingesteld, dient u altijd het juiste percentage zuurstof van
het mengsel in de fles in te voeren: alleen dan kunt u erop vertrouwen de alle stikstof- en
zuurstofgerelateerde berekeningen juist zijn. De duikcomputer past namelijk de wiskundige
stikstof- en zuurstofberekeningsmodellen daarop aan. De duikcomputer accepteert geen
decimale percentagewaarden voor de zuurstofconcentratie. Rond decimale percentages
niet naar boven af. Een zuurstofpercentage van 31,8% moet u bijvoorbeeld invoeren als
31%. Als u de waarde naar boven afrondt, wordt het stikstofpercentage te laag ingeschat
wat gevolgen heeft voor de decompressieberekeningen. Als u bij berekeningen ruimere
marges wilt aanhouden, kunt een hogere persoonlijke correctiefactor instellen of een
lagere PO
-waarde instellen om de zuurstofblootstelling te wijzigen overeenkomstig de
2
ingevoerde O
%- en PO
2
persluchtgebruik leiden tot langere nultijden en geringere maximale diepten.
TWEE NAAR ELKAAR GERICHTE PIJLEN ('ZANDLOPER'):
U BEVINDT ZICH IN DE OPTIMALE DECOMPRESSIEZONE
OP EEN DIEPTE VAN 3 METER EN DE MINIMAAL
BENODIGDE OPSTIJGTIJD IS 15 MINUTEN.
TIJDENS EEN DECOMPRESSIEDUIK BEVINDT U ZICH
BOVEN HET DECOMPRESSIEPLAFOND. DE PIJL NAAR
BENEDEN, DE AANDUIDING 'ER' EN EEN GELUIDSSIGNAAL
WAARSCHUWEN U DAT U DIRECT (BINNEN 3 MINUTEN)
MOET AFDALEN TOT OP OF ONDER HET
DECOMPRESSIEPLAFOND.
waarden. Berekeningen op basis van nitrox- in plaats van
2
AIR
35