6
Installatie
AANWIJZING!
Het installeren mag alleen door geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Installeren van het apparaat
De binnenunit wordt aan vier draadstangen met de
afdekking naar beneden, rekening houdend met
het afdekrooster en eventuele inbouwonderdelen,
geïnstalleerd.
1.
Markeer op basis van de afmetingen van de
ingezette plafondcassette, de bevestigings-
punten voor de draadstangen aan statisch
geschikte delen van het gebouw boven het
systeemplafond (Afb. 10).
2.
Zet de binnenunit in de draadstangen en
breng het toestel via de onderste moer in een
horizontale positie (Afb. 11).
3.
Houd daarbij een afstand tot het plafond van
35 mm aan. Sluit, zoals verder beschreven,
de koudemiddelleidingen, elektrische lei-
dingen en condensleiding aan op de binnen-
unit.
4.
Controleer nogmaals of het apparaat
waterpas hangt.
5.
Haal afsluitend de contramoer aan en mon-
teer de afdekking.
780
Afb. 10: Apparaat ophangen
1
1
Afb. 11: Apparaat ophangen
1: Statisch deel van het gebouw
A: Afstand tot verlaagd plafond
MVD 702 = 230 mm
MVD 1002 = 300 mm
Afb. 12: Apparaat bevestigen
B: Afstand B
Afstand B
Ophanging
min.
35 mm
A
B
MVD 702-1002
147 mm
780 mm x 680 mm
21