Je zou nu de water kolom moeten zien als de flitser afgaat. Wanneer de flitser niet flitst is er iets mis
met de opstelling. Controleer nogmaals de flitser en kijk of deze aan staat, niet in slaap-stand en dat de
kabels goed zijn aangesloten. Als de flitser wel afgaat, is er een probleem met de uitlijning tussen sensor
en de druppel. Als de flitser afgaat bij het vallen van de druppel maar je ziet niets betekent dat
waarschijnlijk dat de vertraging niet goed is ingesteld. Het afgaan van de flitser betekent dat de
waterdruppel is gedetecteerd. Als je de druppel niet ziet is het waarschijnlijk al voorbij of buiten het
flitsbereik.
Je bent nu zover dat elke keer dat je op de UP of DOWN knop drukt er niet alleen een waterdruppel valt,
maar de flitser ook steeds een flits geeft. Het aanpassen van de vertraging bij "Trigger 2" zal er voor
zorgen dat de verticale positie van de waterdruppel veranderd.
Step 3: Camera bediening
Nu is het tijd om de camera erbij te pakken. Deze moet op handmatige scherpstelling staan. Gebruik een
pen of iets anders kleins op de plek waar de waterdruppel zal vallen om op scherp te stellen. Stel de
diafragma in op f/14 of groter. Dit geeft een redelijke scherptediepte en voorkomt dat het
omgevingslicht invloed heeft op de opnamen.
Gebruik de camera in Bulb mode. Houd de ontspanknop ingedrukt (het liefst met een
draadontspanner/afstandsbediening) en druk op de UP of DOWN knop om een waterdruppel te laten
vallen. Laat de ontspanknop van de camera weer los zodra de flitser afgaat. Nu moet je een foto van een
enkele waterdruppel hebben. Op iedere foto zal de druppel er voortaan hetzelfde uitzien.
Stap 4: Druppel-op-druppel
Tijd voor botsende druppels. Bij meerdere druppels ga je terug naar stap 1 en pas je twee parameters
aan. Met de cursor ">" op "Manual 1", druk je op de CONFIG knop en zet "# Pulse" op "2". De truc zit
hem in het aanpassen van "Toff". Dit is de tijd tussen het vallen van de waterdruppels. Kortere duur
betekent dat de druppels dichter bij elkaar zitten, dus de weerkaatsende druppel zal zeer laag boven het
water oppervlak botsen met de vallende druppel. Bij een langere tijd zal de druppel in een gat terecht
komen dat ontstaat wanneer de eerste druppel wordt opgezogen door de oppervlaktespanning. Laat
deze voor nu hetzelfde of pas zo nodig aan om het gewenste effect te krijgen. Nu komt de fine tuning, je
moet de hoeveelheid tijd tussen de druppels (Toff) en de vertraging op het hoofdscherm (Delay)
aanpassen om de gewenste foto van de botsende waterdruppels te krijgen.
Stap 5: Synchroniseren van de camera
Hier gaat het gebruik van de lange sluitertijden van de camera verder. De volgende taak: Camera
synchronisatie. Je hebt er waarschijnlijk al genoeg van om steeds van de StopShot naar de camera, weer
naar de StopShot en terug naar de camera te gaan. Met een paar wijzigingen in de instellingen wordt
alles geregeld door een druk op de knop (zo kun je meer tijd besteden aan de foto's en minder tijd aan
het heen en weer gaan).
53