Pulse3+:
Als "# Pulse" drie of hoger is zal de waarde van "Pulse3 +" de tijd bepalen dat de trigger
uitgang actief is. Het werkt op dezelfde wijze als "Pulse2", maar geldt voor de derde en alle
volgende pulsen. "# Pulse" moet worden ingesteld op een waarde van drie of meer voordat
dit effect heeft.
Toff3+:
Gelijk aan "Toff2", deze regelt de uitschakeltijd voor de derde en de verdere pulsen.
"# Pulse" moet worden ingesteld op een waarde van drie of meer voordat dit effect heeft.
Incrm:
Als je op de SELECT knop drukt kom je in het derde en laatste configuratie scherm. Deze
timer modus heeft de optie om na elke trigger de vertraging automatisch te verhogen door
het aanpassen van de "Incrm" instelling. Als een gebeurtenis eenvoudig te herhalen is en
deze toename is ingesteld kun je een gesimuleerde 'time lapse' maken voor snelle
gebeurtenissen (zoals een vallende waterdruppel).
>
Incrm: Off
Blank: Off
Als deze waarde is ingesteld op 10,0 ms, en op het hoofdscherm is de Trigger uitgang
ingesteld op 100,0 ms, zal na elke activering de vertraging toenemen met 10ms. De delay tijd
zal na elke activering geactualiseerd worden op het hoofdscherm. De eerste keer zal de
vertraging 100 ms zijn. De tweede keer 110 ms. Bij de derde keer: 120 ms. Elke keer als de
StopShot de trigger uitgang activeert zal de vertraging op het hoofdscherm verhoogd
worden met de "Incrm" waarde. Als je de serie opnieuw wilt beginnen kan dat eenvoudig
door het aanpassen van de waarde bij de Trigger op het hoofdscherm. Zet deze terug naar
zijn oorspronkelijke waarde met de UP/DOWN knoppen.
Blank:
Bovendien kan je "Blank" aanpassen, dat is de hoeveelheid tijd die de ingang (sensor of
microfoon) wacht nadat de activering (puls) is voltooid. Laten we zeggen dat de volgende
instellingen zijn gebruikt:
T1 Mode: Trigger
# Pulse: 1
>
Pulse1: 500.0 ms
Toff1: 100.0 ms
Incrm: Off
>
Blank: 200.0 ms
->
->
->
25