3.5.4.1 X-Beam A
In deze trigger mode configuratie zal alleen onderbreking van straal "A" van de cross-
beam sensor worden gebruikt als een trigger activering. Onderbreken van straal "B" of
beiden tegelijk zal geen effect hebben. Om deze functie goed te laten werken, moet
straal "B" wel actief zijn (zender "B" in lijn met de ontvanger "B").
3.5.4.2 X-Beam B
Deze modus functioneert identiek aan "X-Beam A" hierboven, maar gebruikt straal "B".
3.5.4.3 X-Beam a&b
Dit is een echte cross-beam configuratie. Beide lichtbundels "A" en "B" moeten
tegelijkertijd worden onderbroken voordat de trigger activering als geldig wordt
beschouwd. Het hoofdscherm zal "XBS a & b" weergegeven voor deze modus. Het
onderbreken van alleen straal "A" of "B" zal niet worden beschouwd als een activering.
Deze modus is handig voor het detecteren van objecten in een kleine nauwe omgeving
(vooral wanneer lasers worden gebruikt).
De volgende configuraties zijn beschikbaar voor deze sensor:
>
T1 Mode: X-Beam a&b
# Pulse: 1
Pulse1: 500.0 ms
Toff1: 100.0 ms
Deze configuraties werken op dezelfde wijze als de "Trigger"-modus in paragraaf 3.5.3.
3.5.4.4 X-Beam a|b
In deze configuratie zal "A" of "B" leiden tot een trigger activering van de StopShot. In
het hoofdscherm wordt "XBS a|b" weergegeven. Gebruik deze sensor modus wanneer
het niet uit maakt welke sensor is geactiveerd. De mogelijke configuraties voor deze
modus zijn gelijk aan de "XBeam a & b"-modus.
3.5.4.5 X-Beam a->b
In het hoofdscherm wordt "XBS a-> b" weergegeven voor deze modus. Gebruik deze
modus wanneer je de StopShot wilt laten activeren als het object slechts in één richting
beweegt. Een goed voorbeeld is het vastleggen van een vogel dat het nest ingaat, maar
niet tijdens het verlaten. De configuratie voor deze modus wordt hieronder
weergegeven:
>
T1 Mode: X-Beam a->b
# Pulse: 1
Pulse1: 500.0 ms
Toff1: 100.0 ms
->
->
27