5. FOTOMETERMODUS
5.1. Methodeselectie
Druk op METHODE. Gebruik de toetsen om de gewenste methode te kiezen. Druk op
f
SELECT.
Volg hierna de procedure zoals beschreven in de gerelateerde sectie in deze handleiding.
Lees alle instructies aandachtig door alvorens verder te gaan.
5.2. Verzamelen en analyseren van monsters
CORRECT GEBRUIK VAN DE SPUIT
1. Druk de spuit volledig dicht, en breng de punt in de vloeistof.
2. Trek de spuit uit, tot de vloeistof precies op het streepje van
5 ml komt.
3. Neem de spuit uit de vloeistof en reinig de buitenzijde. Con-
troleer zorgvuldig of er geen druppel aan de punt is achterge-
bleven, zo ja dan dient u deze te verwijderen. Hou vervolgens
de spuit verticaal boven de cuvet en duw de spuit volledig naar
beneden. Op deze manier heeft u de exacte hoeveelheid van 5
ml in de cuvet gebracht.
CORRECT GEBRUIK VAN HET DRUPPELFLESJE
1. Om goede reproduceerbare resultaten te verkrijgen klopt u
enkele keren met het flesje op de tafel en veegt u het af met een doekje.
2. Houd het druppelflesje in een verticale positie terwijl u de reagentia doseert.
16