SATEL
5. Als er geen brand is, druk op
het directe alarm aangaf (waardoor de doormeld uitgang van het brandalarm werd
geactiveerd), informeer dan de brandweer of andere diensten die op de hoogte waren
gebracht van het alarm dat het een nodeloos alarm was.
Volg dezelfde procedure als er een vooralarm is gegenereerd.
6. Als er herhaaldelijk valse alarmen worden gegenereerd, schakelt u deze zone uit en belt
u uw installateur.
3.5.4 De signaalgevers in / uitschakelen
U kunt de signaalgevers in- en uitschakelen wanneer het brandmeldsysteem in de brand
conditie staat. Druk op
zijn, brandt de gele led boven de knop.
3.5.5 Procedure bij het signaleren van een storing
1. Druk op
om de fout te bevestigen en het geluidssignaal uit te zetten.
2. Ga naar het gebruikersmenu en start de functie "Storingen" om de informatie over de
huidige storing te lezen (zie: "De huidige storingen bekijken" p. 15).
3. Als je het defecte element wilt uitschakelen, druk je op
4. Schrijf de foutinformatie op.
5. Bel de installateur en geef de foutinformatie door.
Iedere storing kan een probleem opleveren voor het juist functioneren van het
brandmeldsysteem en dient zo spoedig mogelijk te worden verholpen .
Bel de installateur niet als de 230 VAC-voedingsstoringsmelding wordt veroorzaakt
door de afwezigheid van netspanning.
3.5.6 De systeemelementen uitschakelen
U kunt de volgende systeemelementen uitschakelen / inschakelen:
• detectielijnen,
• zones,
• groepen,
• elementen op adres,
• doormeld uitgangen,
• Signaalgevers,
• Ingangen,
• uitgangen,
• handbrandmelders en detectoren,
• nevenindicatoren,
• defecte elementen.
Wanneer je een element uitschakelt, betekent dit dat het niet meer mee doet.
om het submenu "Uitschakelingen" te openen (in het gebruikersmenu).
1. Druk op
2. Blijf op
drukken totdat
weergeeft.
ACSP-402
om het alarm te resetten. Als het brandmeldsysteem
SIGNAALGEVERS AAN/UIT. Als de signaalgevers uitgeschakeld
de cursor het submenu "Toevoegen" of "Aanpassen"
of
.
17