Als het document nog steeds niet de gewenste afdrukkwaliteit heeft, voert u de volgende stappen uit:
1
Lijn de inktcartridges uit. Zie voor meer informatie "Inktcartridges uitlijnen" op pagina 53.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met stap 2.
2
Reinig de spuitopeningen van de inktcartridge. Zie voor meer informatie "Spuitopeningen van de inktcartridges
reinigen" op pagina 54.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met stap 3.
3
Verwijder de cartridges uit de printer en plaats de cartridges terug. Zie voor meer informatie "Gebruikte
inktcartridge verwijderen" op pagina 50 en "Inktcartridges installeren" op pagina 51.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met stap 4.
4
Veeg de spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge schoon. Zie voor meer informatie
"Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridges schoonvegen" op pagina 54.
Is de afdrukkwaliteit hierna nog steeds niet naar behoren, dan moet u de cartridge vervangen. Zie voor meer
informatie "Papier en andere supplies bestellen" op pagina 56.
Inktcartridges uitlijnen
1
Plaats normaal papier in de printer.
2
Open Printeroplossingen.
3
Klik op Uitlijnen om vage randen te voorkomen op het tabblad Onderhoud.
4
Klik op Afdrukken.
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
5
Open de bovenklep van de printer.
Printer onderhouden
53