schema #6
7) De afstand tussen a1 en a2 mag niet meer dan 0.75 mm zijn,
is dit wel het geval dan brengt u de laser voor reparatie naar
een erkend vakman.
4. Het controleren van de nauwkeurigheid van de
zijwaartse verticale laserlijn.
Voor het controleren van de zijwaartse verticale laserlijn, herhaal
instructies 1-7 uit de vorige paragraaf.
20