INSTELINSTRUCTIES
08
Stap 2 instelling van de zithoogte
,
(onderbeenlengte)
kniehoek en enkelhoek (afb.16)
ZITHOOGTE: Draai beide inbusbouten (1) één slag los
met een 5mm inbusleutel (bij voorkeur niet gelijktijdig
maar b.v. eerst de rechterzijde en daarna de linkerzijde).
Verdraai de voetsteun crank (2) naar boven of naar
beneden totdat de gewenste zithoogte is bereikt. Draai
hierna de beide inbusbouten (1) weer handvast aan.
advies:
De zithoogte is juist afgesteld als u een hand vlak tussen
de zitting en het bovenbeen aan de voorrand van de
zitting kunt leggen. Is er tussen de zitting en het been te
veel druk, dan is de voetsteun te laag ingesteld. De
voetsteun is te hoog ingesteld wanneer het been niet door
de zitting wordt gesteund.
KNIEHOEK: Draai de vier inbusbouten (3) één slag los
met een 4mm inbusleutel en verschuif voetsteunbeugel (4)
naar voren of naar achteren totdat de gewenste kniehoek
is bereikt. Draai hierna de vier inbusbouten (3) weer
handvast aan.
ENKELHOEK: Draai de beide inbusbouten (5) één slag
los met een 5mm inbusleutel en verdraai de voetsteun (6)
totdat de gewenste enkelhoek is bereikt.
Draai hierna de beide inbusbouten (5) weer handvast aan.
advies:
Een "normale" enkel- en kniehoek bedraagt 90° tussen
voet en onderbeen en tussen boven- en onderbeen. Voor
de diepte- en hoek instelling van de voetsteun geldt
daarom de regel, dat de voetsteun dezelfde hoek heeft als
de zitting en dat de achterkant van de voetsteun verticaal
gelijk loopt aan de voorkant van de zitting.
VELDINK
BV
35
ROLSTOELTECHNIEK