EEN SPECIFIEK BEREIK VAN HET PALET SELECTEREN (Contrast)
M.b.v. Contrast kunt u een specifiek bereik van het Sonar kleurenpaletten kiezen om de sonarweerkaatsingen
in weer te geven. Om de huidige kleurenpalet instelling te zien, lees: Gegevens Tonen of Verbergen in de
Sonar Weergave(s) en zet deze instelling op uw headunit op – Tonen-.
▪
Om de kleurenbalk te tonen of verbergen, lees: Gegevens Tonen of Verbergen in de Sonar Weergave(s)
Wanneer het Contrast op -20- is ingesteld (=standaard instelling) zal het gehele sonarkleuren palet (
weergegeven in de kleurenbalk) worden gebruikt om zwakke en sterke weerkaatsingen weer te geven. Wordt
het Contrast hoger ingesteld, dan wordt het bovenste gedeelte van de kleurenbalk gebruikt om de
sonarweerkaatsingen (zowel zwak als sterk) weer te geven. Wordt het Contrast lager ingesteld, dan wordt het
onderste gedeelte van de kleurenbalk gebruikt om de sonarweerkaatsingen (zwak en sterk) weer te geven.
1. Sonar X-Press Menu: met een Sonar Weergave in beeld, druk 1x op de MENU knop
2. Selecteer: -Contrast-
3. M.b.v. de 4-WAY cursor knop
BOVENGRENS/LAGER BEREIK INSTELLEN
M.b.v. onderstaande stappen bepaalt u het deel van de waterkolom, het minimale- en maximale dieptebereik,
dat wordt weergegeven op uw beeldscherm.
Bijvoorbeeld: Wanneer u alleen geïnteresseerd bent in het gebied tussen 6 en 15 mtr. diepte, dan stelt u de
bovengrens in op 6 mtr. en het lager bereik diepte op 15 mtr. De Sonar Weergave zal alleen dat tussengebied
van 9 mtr. gedetailleerder tonen zonder wateroppervlak of bodem.
1. Sonar X-Press Menu (Geavanceerde Gebruikersmodus): Met een Sonar Weergave op uw
beeldscherm drukt u 1x op de MENU knop
2. Selecteer: -Bovengrens-
3. M.b.v. de 4-WAY cursor knop
4. Selecteer -Lager Bereik-
5. Selecteer vervolgens: -Auto- of stel handmatig een specifieke diepte in
Auto: Wanneer u deze instelling op –AUTOmatisch- instelt, wordt de unit zo geprogrammeerd dat de
bodem(contourlijn) gevolgd wordt.
Handmatig: U kunt deze optie ook handmatig afstellen om een gebied op een specifieke diepte te bekijken.
Tussen de bovengrens diepte en het lager bereik diepte wordt te allen tijde een min. afstand
▪
van 3 mtr. aangehouden!
KAARTSNELHEID INSTELLEN
Hiermee bepaalt u met welke snelheid de sonarinformatie over uw beeldscherm (en hier aan gekoppeld de
hoeveelheid weergegeven details) beweegt. Een hoge kaartsnelheid laat meer details zien. Bij een langzame
kaartsnelheid blijft de sonarinformatie langer in beeld. Ongeacht de ingestelde kaartsnelheid zal het RTS
scherm op maximale snelheid
up-to-date gehouden worden.
1. Sonar X-Press Menu: Met een Sonar Weergave op uw beeldscherm drukt u 1x op de MENU knop
2. Selecteer: -Kaartsnelheid-
3. M.b.v. de 4-WAY cursor knop
JIGGING MODUS AAN-/ UITSCHAKELEN (Helix SI GPS)
Wanneer u een CHIRP SI of een CHIRP MEGA SI model heeft aangeschaft, kunt u de sonarweerkaatsingen
gedetailleerder weergeven in de Sonar Weergaves. Deze instelling wordt beïnvloed door de Aan/Uit instelling
van de 2D CHIRP Modus
Meer informatie, lees: Sonar instellen / CHIRP Aan-/Uitzetten.
1. Sonar X-Press Menu: Met een Sonar Weergave op uw beeldscherm drukt u 1x op de MENU knop
2. Selecteer: -Jigging Modus-
3. Selecteer vervolgens: -Aan- of -Uit-
en bepaalt u de gewenste selectie op de kleurenbalk
of stelt u de bovengrens in.
of stelt u de kaartsnelheid in.
53