Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Testen En Definitief Vastzetten - Humminbird HELIX G2 Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

XII. TESTEN EN DEFINITIEF VASTZETTEN
(Kijk op pag 197 bij: -Hoofdstukken montage instructies- of deze testprocedure geschikt is voor uw Humminbird Helix model)
______________________________________________________________________________
1. TESTEN EN DEFINITIEF VASTZETTEN TRANSDUCERS XNT 9 20 T, XNT 9 DI T, XNT 9 SI 180 T
(Kijk op pag 197 bij: -Hoofdstukken montage instructies- of deze testprocedure geschikt is voor uw Humminbird Helix model)
Onderstaande stappen gelden voor alle Helixmodellen geleverd met hierboven vermelde transducers.
Het testen en definitief vastzetten van de Helixmodellen met de overige transducers, nm. de
XHS 9 HDSI 180 T en de XM 9 20 MSI T vindt u verderop in dit hoofdstuk.
Na de plaatsing van de headunit, de transducer en de bijbehorende bekabeling is het nu tijd om alles te testen
voordat de transducer definitief vastgezet wordt. Het testen dient uitgevoerd te worden met uw boot in het
water!
1. Druk op de AAN-UIT knop/LICHT knop, u hoort een signaaltoon en uw headunit gaat aan. Start
uw headunit niet op, controleer dan of de stekker van de stroomkabel goed in het aansluitpunt
geduwd is en/of deze kabel wel goed op de (volle) accu is aangesloten!!
2. Wanneer dit het geval is, zal uw fishfinder nu normaal opstarten.
3. Wanneer u het titelscherm ziet, druk op MENU knop. Selecteer nu met de 4-WAY cursor knop
-Normaal- en activeer deze Normale Modus m.b.v. de de 4-WAY cursor knop
4. Druk herhaaldelijk op de VIEW knop tot u in de Sonar Weergave staat. Wanneer u de bodem en een
dieptemeting in beeld krijgt, werkt uw fishfinder naar behoren. Let er op dat de diepte minimaal 60
cm moet zijn en het maximale dieptebereik van uw specifieke model niet overschreden wordt!
De transducer dient onder water te liggen voor een correcte werking!!
5. Is de werking goed, voer dan de vaarsnelheid geleidelijk op om de werking tijdens
hoge(re) vaarsnelheden te testen. Is de werking bij lage(re) snelheden in orde, maar wordt bij
hoge(re) vaarsnelheden delen van de bodem overgeslagen, dan moet u de transducer
bijgesteld worden.
6. Wanneer de transducer onder de juiste hoek staat afgesteld, maar de unit slaat toch delen van de
bodem over bij hoge(re) vaarsnelheden, doe als volgt:
start met de hoogte van de transducer bij te stellen. Laat deze iets zakken, zodat de transducer
dieper in het water ligt. Indien dit niet volstaat, past u de hoek van de transducer enigszins aan.
7. Indien u niet het gewenste resultaat krijgt, haal de transducer uit de bevestigingssteun en wijzig de
stand van de tandwieltjes. Test opnieuw totdat u de correcte transducerhoogte en- hoek heeft
bereikt, die u een optimaal beeld oplevert.
▪ De transducer ook niet te laag monteren, dit kan bij hoge(re) vaarsnelheden sprayvorming veroorzaken!
Monteer de transducer zo hoog mogelijk.
▪ Het is vaak nodig de transducer geleidelijk met minimale aanpassingen af te stellen om zo de optimale
transducerwerking te verkrijgen.
▪ T.g.v. grote diversiteit in rompvormen is een dieptemeting bij hoge(re) vaarsnelheden niet altijd te realiseren.
8. Wanneer u een constant sonarsignaal ontvangt tijdens de gewenste vaarsnelheid,
gaat u deze transducerstand definitief vastzetten als volgt:
a. Klik het scharnierstuk met de transducer omhoog zonder dat de bevestigingssteun verschuift.
b. Controleer of de steun precies op de afgetekende contourlijn bij geplaatst is.
c. Controleer of deze positie waterpas is.
e
d. Teken het 3
boorgat af.*
e. Schroef de steun los en leg het geheel apart.
e
f. Boor het 3
gat (Ø 3,5 mm) en vul alle boorgaten met siliconenkit (voor maritieme toepassingen)
g. Plaats de steun terug op de afgetekende contourlijn en schroef deze handmatig vast met de 3
meegeleverde (kruiskop)schroeven.
h. Klik het scharnierstuk met transducer met beleid terug op zijn plaats.
231

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Helix g2n series

Inhoudsopgave