6. Hoek bepalen optimale transducerwerking
Met de bevestigingssteun kunt u de hoogte afstellen of de kantelfunctie bepalen. Met de
scharnierpen kunt u de beste hoek instellen voor een optimale transducerwerking. M.b.v. deze afstellingen
kunt u de kans op storingen t.g.v. cavitatie beperken of voorkomen. Eerst stelt u de transducerhoek af volgens
onderstaande richtlijnen. In een later stadium, bijv. na een proefvaart, kan het mogelijk zijn dat de hoek
enigszins anders afgesteld moet worden.
1.Wanneer u de boot en transducer van de zijkant bekijkt, moeten de transducer en de onderlijn van de
romp onder dezelfde hoek staan.
2. Draai nu de 2 bouten m.b.v. de inbussleutel vast langs de gaten onder in de zijkant van de
bevestigingssteun. T.g.v. de druk van de borgringen kan het kunststof materiaal 'werken'.
Controleer daarom na enkele dagen of de schroeven nog aangedraaid moeten worden.
3. De hoogte aanpassen zodat de voorkant van de transducer 3 tot 6 mm lager
ligt dan de onderrand van de spiegel.
4. Kantel het scharnierstuk (met transducer eraan vast) omhoog (zie afb.)
zonder de zojuist afgestelde hoek te wijzigen. Vervolgens kunt u de 3
bevestigingsschroeven vastdraaien.
5. Kunt u t.g.v. de hoogteafstelling de bovenste bevestigingsschroef niet
vastzetten? Draai de onderste 2 schroeven vast, Maak de scharnierpen los en
haal de transducer er af. Draai de bovenste bevestigingsschroef en zet het
geheel weer in elkaar.
6. Controleer of de hoek nog correct staat afgesteld en de onderste
bevestigingsschroeven nog goed vastzitten.
7. Transducerkabel aanleggen en aansluiten
Deze kabel is voor praktische redenen uitgevoerd met een kleine stekker en deze moet van de transducer naar
de headunit geleid worden. Dit kan op meerdere manieren. Normaalgesproken leidt men de kabel door de
spiegel naar binnen.
Is uw boot uitgerust met een kabelgoot, dan kunt u deze gebruiken!
▪
1.Trek de stekker van de transducerkabel achter uit de headunit en controleer of de kabel de beoogde afstand
tussen de transducer en de headunit kan overbruggen.
De transducerkabel niet doorknippen, verkorten of de kabelmantel beschadigen. Niet in de nabijheid van VHF radio
▪
antennekabels of bekabeling van toerentellers aanleggen om de kans op storing te verkleinen. Indien de transducerkabel
te kort blijkt, zijn er verlengkabels verkrijgbaar. Verlengen kan tot 15 mtr.! Meer informatie hierover ? Neem contact
op met uw verkooppunt.
De transducer kan bij impactmet een object onder water omhoog wegklikken tot 90°. Zorg daarom voor voldoende
▪
speling op de kabel. Leidt de kabel naar de zijkant van de transducer, zodat kans op beschadigingen t.g.v. de
transducerbewegingen minimaal is.
❶ schroef
❷ scharnierpen
❸ Inbussleutel
❹ kunststof ring
❺ rvs ring
normale cavitatie
overmatige, storende cavitatie
214