DIGITALE DIEPTEBRON SELECTEREN (DI, CHIRP DI modellen)
Afhankelijk van de diepte zal uw Helix headunit automatisch de 2D (conische) bundels of de Down Imaging
bundels selecteren om de dieptemeting weer te geven. Is het dieper dan 106 mtr. stel dan
de Digitale Dieptebron in op - 2D element-.
1. Hoofd Menu (Geavanceerde Gebruikersmodus): druk 2x op de MENU knop
2. Selecteer het Sonar Menu
3. Selecteer vervolgens: -Digitale Dieptebron-
4. Selecteer -Auto- of -2D element-
▪ Auto: de headunit kiest zelf automatisch de 2D (conische) bundels of de DI bundels om de
dieptemeting weer te geven.
▪ 2D element: selecteer dit wanneer het water dieper is dan 106 mtr. Down Imaging weergave is niet
mogelijk met deze instelling.
MAX DI AANZETTEN (CHIRP MEGA SI modellen)
De optie Max DI (aan) wordt meestal in diep water gebruikt om de maximale werking van de Down Imaging
bundel in te zetten. Deze optie uitzetten, levert optimale reolutie in ondiep water.
1. Hoofd Menu (Geavanceerde Gebruikersmodus): druk 2x op de MENU knop
2. Selecteer het Sonar Menu
3. Selecteer vervolgens: -Max DI--
4. Selecteer -Aan- of -Uit-
WATERTYPE
Watertype was ingesteld in het Snelstart Menu tijdens de opstartprocedure. Meer informatie, lees:
Snel Opstarten. Hiermee kunt u de nauwkeurigheid van de sonarweerkaatsingen optimaliseren afhankelijk van
het soort water, zoet of zout. M.b.v. de stappen in dit hoofdstuk kunt u de instelling van 'Watertype'
aanpassen.
1. Hoofd Menu (Geavanceerde Gebruikersmodus): druk 2x op de MENU knop
2. Selecteer het Sonar Menu
3. Selecteer vervolgens: -Watertype-
4. Selecteer de door u gewenste instelling afhankelijk van watertype en diepte.
▪ Zoet
▪ Zout (Ondiep)
▪ Zout (Diep) Is het dieper dan 100 mtr? Selecteer: -Zout- (Diep)
SIDE IMAGING ORIENTATIE WIJZIGEN (CHIRP MEGA SI modellen)
M.b.v. de SI oriëntatie bepaald u hoe de Side Imaging bundels worden weergegeven op de Side Imaging
Weergave. Deze optie kunt u gebruiken wanneer de bakboord- en stuurboord bundels verkeerd staan mogelijk
a.g.v. foutieve montage van de transducer. Meer advies hierover, neem contact op met uw verkooppunt.
1. Hoofd Menu (Geavanceerde Gebruikersmodus): druk 2x op de MENU knop
2. Selecteer het Sonar Menu
3. Selecteer vervolgens: -SI oriëntatie-
4. Selecteer de door u gewenste instelling: -Normaal- of -Achterwaarts-.
SONARWERKING UITSCHAKELEN
Wanneer u de headunit alleen gebruikt om te navigeren of voor GPS functies, kunt u met onderstaande
stappen alle sonar weergaves uit de weergave carroussel halen. Wanneer u de instelling op -Uit- instelt, stopt
uw headunit ook met pingen dus alle sonarfuncties worden uitgeschakeld.
1. Druk op de AAN-UIT/Licht knop
2. Selecteer: Sonar
3. Selecteer de instelling: -Uit-
U kunt de sonarfunctie ook aan- of uitschakelen via: Hoofd Menu/ Instellingen/ Sonar.
▪
36