Gebruikershandleiding en Inspectieboekje
Overzicht
5.1.5 Combirolgordijnen
Combirolgordijn
Afb. 30: Combirolgordijn
Rolgordijnen naspannen
Onderhoud van de rolgordijnen
60
De uitzetvensters zijn voorzien van combirolgordijnen die bestaan
uit een horgordijn en een verdonkeringsgordijn. Beide
rolgordijnen zijn boven ingehangen.
Voor beide rolgordijnen geldt:
Voor het sluiten de vliegengaas m.b.v. het handvat helemaal
naar beneden trekken en zacht tegen het raam drukken om
de onderlat te vergrendelen.
Voor het openen het handvat naar beneden drukken en licht
in de richting van uw lichaam trekken tot de onderlat
ontgrendelt. Door de spanning rolt het rolgordijn automatisch
naar boven – daarbij het handvat vasthouden.
Het verdonkeringsgordijn kan op drie hoogtes worden gezet. Het
vergrendelt zich in een van de drie mogelijke standen in de
zijdelings aangebrachte geleiderails.
LET OP
Schade aan het rolgordijn door omhoog schieten!
Om schade te voorkomen het rolgordijn niet laten
omhoog schieten.
AANWIJZING
De rolgordijnen moeten niet worden gesloten tijdens
het rijden en over een langere periode (meerdere
weken).
Bij gesloten rolgordijnen kunnen anders na verloop
van tijd de veren schade lijden.
De spanveren van de rolgordijnen kunnen worden nagespannen
met een schroevendraaier.
Schroevendraaier insteken en 1-2 omwentelingen met de klok
mee uitvoeren.
Spanning controleren en zo nodig stap herhalen, maar veren
niet overspannen.
Principieel mogen geen agressieve reinigingsmiddelen
(oplosmiddelen, schuurmiddelen) worden gebruikt.
Zonbeschermingsfolie en framedelen met een vochtige doek en
een milde zeepoplossing schoonmaken. Vliegengaas met een
zachte borstel en, indien nodig, met een vochtige doek reinigen.