Inhoudsopgave
Advertenties
4.2 Voertuig controleren
Uit te voeren werkzaamheden en inspecties direct vóór de start
1.
Het voertuig, vooral het dak, ontdoen van vuil en resten takken, twijgen, bladeren, sneeuw, ijs.
2.
Signaal- en verlichtingsinstallaties op werking controleren.
3.
Schakel de voortentlamp aan de rechterzijwand uit.
4.
Remmen en besturing op perfecte werking controleren.
5.
Zorg dat de handremhendel voldoende vrijloop heeft.
6.
Velgen en banden op voorgeschreven toestand controleren. Op correcte bandenspanning
controleren en evt. bijpompen.
7.
Lading op juiste verdeling en bevestiging controleren.
8.
Alle binnen- en buitendeuren, serviceluiken, ramen en dakluiken sluiten en borgen.
9.
Hefdak – wanneer aanwezig – inklappen en borgen.
10. Hefbed – wanneer aanwezig – vóór het rijden in de bovenste vergrendelpositie zetten.
11. Kasten, koelkastdeuren, afdekplaten van gaskomfoor en spoelbak sluiten en borgen.
12. Verstelbare tafels en bedden vastzetten.
13. TV-console inschuiven en borgen. Luik sluiten of console borgen tegen verdraaien.
14. Koelkast omschakelen op 12V-voeding.
15. Externe 230 V stroomvoorziening met CEE-stekker verwijderen.
16. Gasfleskranen en snelsluitkranen sluiten.
17. Wielkeggen verwijderen en voertuigsteunen intrekken.
WAARSCHUWING
Kans op verwondingen en ongevallen door
manco's aan het voertuig!
Manco's aan en in het voertuig kunnen tot ongevallen
met ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden.
•
Vóór elke start het voertuig en de lading op staat
en rijveiligheid controleren.
Kopieer en vul evt. de volgende lijst naar eigen behoefte aan en
plaats een vinkje op elke regel, als het betreffende punt afgewerkt
is.
Gebruikershandleiding en Inspectieboekje
Rijden
37
Advertenties
Inhoudsopgave
