Gebruikershandleiding en Inspectieboekje
Onderhoud en inspectie
8.3 Banden en wielen
Algemeen
176
WAARSCHUWING
Levensgevaar door verkeerde bandenspanning!
Een verkeerde bandenspanning veroorzaakt
overmatige slijtage en kan leiden tot beschadiging
van de banden of zelfs een klapband.
•
Controleer regelmatig voor vertrek of in intervallen
van 2 weken de bandenspanning in koude
toestand.
Op het voertuig zijn binnenbandloze banden gemonteerd.
Monteer nooit binnenbanden in deze banden.
Bij gebruik van aluminiumvelgen mogen geen
sneeuwkettingen worden aangebracht.
Bij bandenpech de auto met caravan naar de rechter zijde
van de weg rijden. De auto met caravan beschermen met een
gevarendriehoek. Waarschuwingsknipperlicht aanzetten.
Bij voertuigen met tandem-as kant het, afhankelijk van het
systeem, tot extra bandenslijtage komen.
Banden mogen niet ouder zijn dan 6 jaar omdat het materiaal
mettertijd broos wordt. Het viercijferige DOT-nummer op de
zijkant van de band geeft de productiedatum aan. De eerste
twee cijfers geven de week aan, de laatste twee het
productiejaar.
Banden regelmatig (om de 14 dagen) nakijken op
gelijkmatige profielslijtage, profieldiepte en uitwendige
beschadiging.
De door de wetgever voorgeschreven minimumprofieldiepte
in acht nemen.
Altijd banden van dezelfde bouwwijze, hetzelfde fabricaat en
dezelfde uitvoering (zomer- of winterbanden) gebruiken.
Nieuwe banden op een traject van ca. 100 km met gematigde
snelheid inrijden, aangezien pas dan de volledige grip is
verkregen.