Backing Keyboard BK-5
2.
Draai aan de [CURSOR/VALUE] knop om
'Save' te selecteren en druk op de [ENTER/
SELECT] knop.
In het scherm wordt nu de inhoud van de 'My
Rhythms' map in het aangesloten USB-geheugen
getoond.
Druk op de [EXIT] knop als u een andere map wilt
selecteren.
OPMERKING
Uw eigen ritmes kunnen alleen in een USB-geheugen wor-
den opgeslagen. Als u bent vergeten om een USB-geheu-
gen aan te sluiten, wordt de boodschap 'USB Device not
inserted' in het scherm weergegeven.
Als u het RAM geheugen heeft geïnitialiseerd voordat
u het eerste Part opname, stelt de BK-5 de naam
'User_Rhythm' voor. Anders wordt de naam van het
ritme dat u heeft bewerkt gesuggereerd.
3.
Gebruik de TONE knoppen om een ander
teken te selecteren.
4.
Draai aan de [CURSOR/VALUE] knop om de
volgende tekenpositie die u wilt veranderen
te selecteren.
U kunt ook op de [LWR] knop drukken om het gese-
lecteerde teken te verwijderen, of op de [UP2] knop
om een teken in te voegen.
5.
Herhaal stappen (3) en (4) om de naam te
voltooien.
6.
Druk op de [WRITE] knop om te bevestigen
dat u het ritme wilt opslaan.
In het scherm wordt de handeling kort bevestigd,
waarna de hoofd Rhythm Composer pagina opnieuw
wordt weergegeven.
Als het USB-geheugen al een ritmebestand met de
gespecificeerde naam bevat, wordt u gevraagd of u
het wilt overschrijven:
In dit geval selecteert u 'YES' met gebruik van de
[CURSOR/VALUE] knop en drukt u op [ENTER/SELECT]
knop om het oude bestand door het nieuwe te ver-
vangen (het oude bestand gaat verloren).
86
Anders selecteert u 'NO' en drukt u op de [ENTER/
SELECT] knop om naar de 'Save' pagina terug te keren
en een andere naam in te voeren.
Andere tracks en divisies opnemen
Nu kunt u de tweede track opnemen – waarschijnlijk de
bas. Als u de weer van de rondleiding gebruik wilt
maken, gaat u naar pagina 82 terug. Vergeet niet de
toonsoort voor het basgedeelte in te stellen (zie 'Key' op
p.83).
Nadat de eerste divisie is voltooid, kunt u andere divi-
sies opnemen. Gebruik de Clone functies ('=') om
meerdere patronen tijdens één opnamegang op te
nemen.
Vergeet niet om de Fills, intro's en eindes op te
nemen om uw ritmes te voltooien. Er zijn twee groe-
pen van drie Fills: 'U' 1~3 en 'Dwn' 1~3. 'Up' Fills
worden gebruikt als u de [AUTO FILL] knop aanzet en
dan op een VARIATION knop met een hoger nummer
drukt (overgang van [1] naar [2] bijvoorbeeld).
'Dwn' Fills worden gebruikt als u de [AUTO FILL] knop
aanzet en dan op een VARIATION knop met een lager
nummer drukt.
Intro's worden doorgaans aan het begin van een
song gebruikt, en End patronen voorzien in professi-
onele afsluiting secties.
OPMERKING
De ABass track is moNr. U kunt alleen patronen van losse
noten opnemen.
Help functie op de hoofd Rhythm Composer
pagina
1.
Druk op de [NUMERIC] knop en houd deze
ingedrukt.
Het scherm verandert in:
Op deze pagina wordt uitgelegd hoe specifieke tracks
tijdelijk uitgezet ('Mute') of geïsoleerd ('Solo') kunnen
worden.
2.
Druk op de [EXIT] of de [NUMERIC] knop om
naar de hoofd Rhythm Composer pagina
terug te keren.