Backing Keyboard BK-5
Andere belangrijke functies
'Track Mute' en 'Center Cancel'
gebruiken
U kunt deze functie gebruiken om tracks of ritmes of het
melodiegedeelte van het geselecteerde standaard MIDI-
bestand te dempen (Mute). Nadat een WAV of MP3
geluidsbestand is geselecteerd, kunt u het vocale
gedeelte in het midden van het stereobeeld afzwakken
('Center Cancel'). Het gedrag van de Mute functie is
afhankelijk van het geselecteerde bestandstype.
1.
Selecteer een song (SMF of Audio) of een
ritme.
2.
Druk op de [START/STOP] knop om af te
spelen.
3.
Druk op de [TRACK MUTE] (CENTER CANCEL)
knop (zijn indicator licht op).
De 'Track Mute' of 'Center Cancel' functie wordt inge-
schakeld. Dit is afhankelijk van het bestandstype dat
u geselecteerd heeft:
Bestandstype
Functie
Rhythm
Track
Mute
SMF
Track
Mute
Audio
Center
(mp3, Wav)
Cancel
OPMERKING
Bij sommige Audio songs kan het vocale geluid soms niet vol-
ledig geëlimineerd worden.
4.
Druk nogmaals op de [TRACK MUTE]
(CENTER CANCEL) knop, zodat de indicator
donker wordt.
Hiermee wordt de 'Track Mute' of 'Center Cancel'
functie weer uitgeschakeld.
De tracks die gedempt moeten worden voor
ritmes of SMF songs selecteren
Met de volgende procedure kunt u de track van het
geselecteerde standaard MIDI-bestand dat gedempt
moet worden als u de [TRACK MUTE] knop aanzet speci-
ficeren.
42
Uitleg
De gespecificeerde ritme
track(s) wordt gedempt
(standaard: AC1~AC6).
De gespecificeerde stan-
daard MIDI-bestand track
wordt gedempt (standaard:
kanaal 4).
Klanken in het midden (het
melodische gedeelte van het
geluid) worden geminimali-
seerd.
OPMERKING
Deze functie is niet beschikbaar voor geluidsbestanden.
1.
Selecteer een ritme of SMF song.
2.
Druk op de [TRACK MUTE] (CENTER CANCEL)
knop en houd deze ingedrukt.
Deze functie kan ook met gebruik van [MENU] knop
‰ 'Global' ‰ 'Rhythm/SMF Track Mute' geselecteerd
worden.
Afhankelijk van het bestandstype, verandert het
beeldscherm in...
...of:
Als u afspeelt, zult u bemerken dat actieve Parts door
bewegende staafdiagrammen worden aangegeven,
die niveaumeters simuleren. De staafdiagrammen van
gedempte Parts bewegen niet.
3.
Draai aan de [CURSOR/VALUE] knop om de
cursor naar de track die u wilt dempen te
verplaatsen.
4.
Druk op de [ENTER/SELECT] knop om de cor-
responderende parameter op te laten lich-
ten.
5.
Draai aan de knop om de instelling te veran-
deren en druk op [ENTER/SELECT] om uw
instelling te bevestigen.
De mogelijkheden zijn:
Beeldscherm
indicatie
<geen indicatie> De bijbehorende track wordt afgespeeld.
M
De bijbehorende track wordt niet meer
afgespeeld (gedempt/Mute).
6.
Als u de selectie van de track (s) die
gedempt moeten worden voor een ritme of
SMF-bestand dat u afspeelt wilt opslaan,
kijkt u bij 'Save Global' op p.70.
7.
Wanneer het niet nodig is om de instellin-
gen op te slaan, drukt u op de [EXIT] knop
en houdt u deze ingedrukt om naar de
hoofdpagina terug te keren.