Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lock Functies; De Vergrendelingen In En Uitschakelen - Roland BK-5 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Backing Keyboard BK-5

Lock functies

14.
Lock functies
Op de BK-5 kunt u verscheidene instellingen vergrendelen (beveiligen) om ervoor te zorgen dat deze niet meer veranderen
als u een ander Performance geheugen selecteert.
De vergrendelingen van de BK-5 zijn data filters waar-
mee u de Performance geheugens op efficiëntere wijze
kunt gebruiken, omdat u instellingen die voor één song
geschikt zijn (de song waarvoor u het Performance
geheugen heeft gecreëerd) maar niet voor een andere
song, kunt negeren.
Hier is een voorbeeld: stel dat u een Performance
geheugen selecteert waarin de 'French Horns' klank aan
het Upper 1 Part wordt toegewezen, dat u voor de hele
song (of set) wilt behouden. In dit geval vergrendelt
(beveiligt) u het Upper 1 Part nadat dit geheugen is
geselecteerd, om ervoor te zorgen dat daaropvolgende
Performance geheugens die u oproept alle beschikbare
instellingen van de BK-5 wijzigen – behalve het Upper 1
Part (dat de 'French Horns' klank blijft gebruiken).
Alle instellingen die beveiligd kunnen worden, worden
met het bijschrift 'Hold to LOCK' aangeduid.
OPMERKING
De 'Performance Hold' instellingen zijn aan deze knoppen
gekoppeld en nemen derhalve de aan/uit status die u op het
voorpaneel van de BK-5 selecteert over.
OPMERKING
In tegenstelling tot de Lock parameters, is de beveiliging van
de tempo instelling (zie [MENU] knop ‰ 'Performance Edit' ‰
'Arranger Instelling' ‰ 'Tempo', pagina 63) ook van toepassing
op de ritme selectie. Elk ritme heeft een vooraf ingesteld
tempo, die opgeroepen wordt wanneer u het selecteert. Terwijl
de tempo-instelling is vergrendeld, verandert het tempo niet
meer wanneer u een ander ritme selecteert.
OPMERKING
De 'Save Global' parameter (pagina 70) slaat ook de vergrende-
ling (en dientengevolge de 'Performance Hold') instellingen
op.
Elke keer dat u een Lock functie aan of uitzet, wordt dit
kort in het scherm meegedeeld:
Het Upper1 Part wisselt niet meer
van klank.
54
HetUpper1 Part wisselt van klank
als u een ander Performance
geheugen kiest.
De Lock status van de functies die deze beveiliging bie-
den wordt ook op de hoofdpagina weergegeven:
De vergrendelingen in en
uitschakelen
In het hier getoonde voorbeeld leert u hoe ritmeveran-
deringen van Performance selecties worden uitgesloten.
Dezelfde procedure (ofschoon met andere knoppen) is
ook van toepassing op het tempo ([TAP TEMPO] indruk-
ken en vasthouden) en 'Key' ([KEY] indrukken en vast-
houden) instellingen en op de klankselectie (voor elk
Realtime Part individueel).
1.
Sluit het USB-geheugen aan en laad een
Performance geheugen (pagina 45) of een
ritme (pagina 29).
2.
Druk op één van de RHYTHM FAMILY knop-
pen en houd deze ingedrukt.
Een 'Rhythm' popup venster verschijnt met een dicht
slot (zie links). (Als u stap (2) herhaalt, toont het
popup venster een open slot om aan te geven dat de
Lock functie is opgeheven).
3.
Speel het geselecteerde ritme af.
4.
Selecteer een ander Performance geheugen.
Als het slot naast 'RHYTHM' op de hoofdpagina dicht
is, verandert het ritme niet als een andere Perfor-
mance wordt opgeroepen.
5.
Druk nogmaals op een willekeurige RHYTHM
FAMILY knop en houd deze ingedrukt om de
'RHYTHM' functie te ontgrendelen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave