Het tempo veranderen door de
knop aan te slaan (Tap Tempo)
Men kan het tempo eveneens veranderen in functie
van de snelheid waarin men aanslaat [TAP/ENTER].
1. Sla vier maal [TAP/ENTER] aan in het tempo
waarnaar u wil veranderen. Het tempo wordt
automatisch uitgerekend en het patroon neemt het
nieuwe tempo aan dat overeenkomt met de maat
van de aanslagen. Het tempo zal op het scherm
verschijnen.
BPM value (tempo) used for performance
* Het tempo kan niet veranderd worden indien de snelheid
waarin [TAP/ENTER] wordt aangeslagen buiten het
bereik van 40.0-250.0 BMP valt.
De Roll-informatie veranderen
Bepaalt roll-snelheid en -type voor de rolls die
.
gespeeld worden
* Rolls kunnen niet gespeeld worden met basklanken of
klanken van een externe MIDI-klankgenerator.
* Roll-informatie kan niet worden gewijzigd wanneer men
aan het bewerken (opnemen) is.
Het roll-type veranderen
1. Druk op [ROLL]. Het lampje van [ROLL] gaat
branden en het roll-type verschijnt in de display.
Roll Type Number
Roll Type Name
2. Draai aan de VALUE schijf om van roll-type te
veranderen.
No.0
Flat
No.1
Cresc
No.2
Decresc
No.3
Up
No.4
Down
No.5
Up Cresc
No.6
Down Cresc
No.7
Flat Dir
No.8
Cresc Alt
No.9–10
Cresc Dir1–2
No.11
Decresc Alt
No.12
Decresc Dir
No.13
Up Alt
No.14–16
Up Dir1–3
No.17
Down Alt
No.18–20
Down Dir1–3
No.21–23
Lo-Fi1–3
No.24–26
Hi-Fi1–3
No.27–29
Lo-Fi1–3 Alt
No.30–32
Lo-Fi1–3 Dir1
No.33–35
Lo-Fi1–3 Dir2
No.36–38
Hi-Fi1–3 Alt
No.39–41
Hi-Fi1–3 Dir1
No.42–44
Hi-Fi1–3 Dir2
No.45–56
Phrase1–12 Dir
No.57–64
Fill1–8
No.65–67
Flam1–3
Hoofdstuk 5 Patronen bewerken
De Roll-snelheid veranderen
1. Druk op [ROLL]. Het lampje van [ROLL] gaat
branden en het roll-type verschijnt in de display.
Roll Type Number
Roll Type Name
2. Wanneer men op de [
schijnt de roll-snelheid op het scherm.
Value
3. Draai aan de VALUE schijf om de roll-snelheid te
veranderen (0-127).
* De roll-snelheid staat los van het tempo.
Uitzetten van elk instrument
Met de Mute-functie kan men elk instrument indi-
vidueel uitzetten.
1. Druk op [MUTE]. [MUTE] wordt verlicht, en de
mute-status verschijnt in de display. De namen
van de instrumenten worden uitgedrukt in alfanu-
merieke karakters op de bovenste lijn van de dis-
play.
P: PERC1
C: CRASH
R: RIDE
h: OPEN HH
H: CLOSED HH
S: SNARE1
K: KICK 1
B: BASS
O : Not muted
x : Muted
2. Wanneer men op een slagtoets drukt wordt de
mute-status ingeschakeld voor het instrument dat
aan die slagtoets is toegewezen.
o: niet uitgezet
x: uitgezet
* Druk op [MIDI] om de mute-status voor externe par-
tijen in te schakelen.
* Als men [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl men een slag-
toets indrukt,, zullen alle instrumenten uitgezet worden
met uitzondering van het instrument van de ingedrukte
slagtoets. (Solo-functie). Drukt men op dezelfde slag-
toets terwijl men opnieuw [SHIFT] ingedrukt houdt,
wordt het instrument in zijn vorige mute-status hersteld
] cursortoets drukt, ver-
p: PERC2
k: KICK2
s: SNARE2
1: HIT1
2: HIT2
3: HIT3
E: EXT PART
49