Hoofdstuk 4 Patronen opnemen
3. Recording Standby
Druk twee maal op [REC]. Het lampje van [REC] gaat
flikkeren, de metronoom begint te spelen en de DR-
202 wordt in Step Recording standby modus gezet.
Step Recording
Pattern Name
Beat
Quantize
Measure Number
*¨ Als men op [REC] blijft drukken, zal de DR-202 heen en
weer gaan tussen Step Recording standby en Realtime
Recording standby modus.
Het patroon benoemen
Men kan User-patronen om het even welke naam
geven (met maximum 8 lettertekens).
Druk in Step Recording standby op de [
toets om de cursor naar de patroonnaam te verplaat-
sen. Selecteer de positie van de lettertekens met de
cursortoets. Draai daarna aan de VALUE-schijf om
het letterteken te veranderen.
* Men kan een letter wissen door op [DEL] te drukken.
Om een spatie in te voegen, moet men op [COPY/INST]
drukken.
Het aantal maten, de slag en de
Quantize-waarde selecteren.
Vooraleer men met Step Recording begint, moet men
het aantal maten in het patroon, de slag en de
Quantize-waarde instellen. Gebruik de cursortoetsen
om de parameters te selecteren en draai aan de
VALUE-schijf om de instellingen te maken.
Instellingen maken voor eventueel te
spelen rolls.
Wanneer men rolls opneemt in drumpartijen, moet
men het roll-type en de roll-snelheid selecteren.
In Step Recording-standby moet men [ROLL]
drukken, de cursortoetsen gebruiken om de parame-
ters te selecteren en aan de VALUE-schijf draaien om
de instellingen te maken voor elke geselecteerde para-
meter.
Druk opnieuw op [ROLL] om het instellen te be'indi-
gen.
De metronoom aanpassen.
Metronome Tempo
Druk op [BPM] om het tempo aan te passen.
Wanneer men klaar is met het aanpassen van het
tempo, moet men opnieuw [BPM] indrukken om naar
het vorige scherm terug te keren.
* Tijdens de opname wordt de meest recente BPM-waarde
opgeslagen als standaardtempo voor het patroon.
42
4. Begin van de opname
Druk op [START]. Het lampje van [REC] gaat onafge-
broken branden, de metronoom stopt, [START]
flikkert op de maat van het tempo en Step Recording
begint.
Instrument
* De opname verandert automatisch in Realtime
Recording wanneer de DR-202 een MIDI- "Start"bood-
schap ontvangt vanuit een extern MIDI-apparaat.
] cursor-
5. Invoer
Druk op de slagtoetsen om de klanken in te voeren.
Om alleen voor- of achteruit te gaan door de verho-
gingen die gequantized zijn, moet men op [STEP -
1/+1] ([STYLE], [PATTERN]) drukken. Om voor- en
achteruit te gaan zonder rekening te houden met de
Quantize-functie, moet men met de cursortoets naar
Quantize, maat of Tick Time gaan en dan aan de
VALUE-schijf draaien om door de song te lopen.
Bij baspartijen, externe partijen en rolls in drumpar-
tijen is de nootlengte niet afhankelijk van de periode
waarin de slagtoets wordt ingedrukt, maar wordt deze
bepaald door de instelling van de poorttijd.
384
288
48
36
* Terwijl Step Recording werkt, kan men geen MIDI-
boodschappen van externe MIDI-apparatuur opnemen.
Measure
Beat Tick Time
Quantize
Accent
–3–
192
144
128
96
–3–
–3–
32
24
18
16
–3 –
72
64
–3 –
12
8