4.15.6 Reset Procedures
Met de functie Reset Procedures kan het setzergeheugen gewist worden,
of een aantal instellingen terug naar de fabrieksinstellingen worden gezet.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Reset Procedures op
de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt het keuzemenu van de
Reset Procedures.
4. Kies met de - en + knoppen de gewenste procedure.
Memory: Maakt het gehele setzergeheugen leeg.
MIDI: Zet de fabrieksinstellingen van de MIDI-registers terug.
Preset: Zet de fabrieksinstellingen van vaste combinaties
terug.
Crescendo: Zet de fabrieksinstellingen van het Generaal
Crescendo pedaal terug.
Reverb ASR-12: Zet de fabrieksinstellingen van de galm terug
Dit is onderverdeeld in: Length en Program.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de vraag om
bevestiging.
6. Kies met de - en + knoppen voor No of Yes.
7. Druk de SET-knop in ter bevestiging.
8. Druk de MENU-knop in om terug te keren naar het hoofdmenu.
9. Druk nogmaals de MENU-knop in om het Easy Menu te verlaten.
4.15.7 Datadump
De functie Datadump Mode stuurt instellingen van het orgel via de MIDI
SEQ.- uitgang naar een opslagmedium (bijvoorbeeld een sequencer). Zie
§ 3.4.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Datadump op de display.
3. Druk de SET-knop in. De tekst Press Set piston verschijnt op de
display.
4. Controleer of het gewenste opslagmedium goed is aangesloten.
5. Druk nogmaals de SET-knop in. Gedurende het versturen van de data
verschijnt op de display Sending data.
Gebruik het orgel niet als de tekst Sending Data op de display
staat.
6. Druk de MENU-knop in om terug te keren naar het hoofdmenu.
7. Druk nogmaals de MENU-knop in om het Easy Menu te verlaten.
24