• Plaats de temperatuursensor zo dicht mogelijk bij de uitlaat van de
warmtewisselaar.
• Kies afsluiters en regelapparatuur die stabiele temperaturen/drukwaarden
voor de warmtewisselaar oplevert.
• Om waterslag te voorkomen mogen geen snelsluitende afsluiters worden
gebruikt (bijv. aan/uit-kleppen).
• Bij geautomatiseerde installaties moet het stoppen en starten van pompen
en de activering van afsluiters zodanig worden geprogrammeerd dat de
amplitude en frequentie van de drukschommeling zo laag mogelijk zijn.
Bescherming tegen corrosie
Aanbevolen limieten voor chloorionen, Cl- bij pH 7,5
bij 25 °C / 77 °F
bij 65 °C / 149 °F
bij 80 °C / 176 °F
1 halogenen, b.v. bromiden en fluoriden kun-
nen ook corrosie veroorzaken.
2 Lagere niveaus chloorionen kunnen corrosie
veroorzaken door andere factoren.
Alle onderdelen die in contact komen met vloeistoffen zijn vervaardigd van
roestvrij staal om corrosie te voorkomen. Stel de warmtewisselaar niet bloot
aan media die corrosie van roestvrijstalen delen veroorzaken.
Isolatie
Als de warmtewisselaar wordt gebruikt bij zeer hoge of zeer lage
temperaturen, moet u beschermende maatregelen nemen, zoals isolatie, om
verwondingen te voorkomen. Volg alle plaatselijke voorschriften op.
Als accessoire is verwarmings- en koelisolatie leverbaar.
Let op: de temperatuurlimieten van de isolatie en van de warmtewisselaar
kunnen verschillend zijn.
200001578-2-NL
1 2
Legering 316
1000 ppm
200 ppm
100 ppm
Bediening 5
NL
23