INSTALLATIE
Installatie
Het Combi Blueline-apparaat mag alleen worden geïn-
stalleerd in vorstvrije ruimtes. De ruimte moet aan bepaal-
de voorwaarden voldoen, waaronder een ruimtetemper-
atuur tussen 8 en 35 °C voor gebruik met ruimtelucht,
condensaatafvoer, geen abnormale stofbelasting in de
lucht en een stevige fundering die het totale gewicht van de
Combi Blueline (400 kg) kan dragen als deze vol water zit
(400 kg). Om een goede werking te garanderen en repa-
raties en onderhoud mogelijk te maken, wordt aanbevolen
om een vrije ruimte van 0,6 m aan te houden aan de voorzi-
jde van het apparaat.
Verwijder tijdens de installatie het verpakkingsmateriaal,
de hoekbeschermers en de transportbevestigingen van de
pallet. Til het apparaat van de pallet en plaats het. Zet het
vervolgens waterpas door aan de verstelbare steunpoten
te draaien.
Bij het installeren van het product wordt een zorgvuldige
plaatsing geadviseerd met betrekking tot de positie van de
woonkamer om onbevredigend geluid of trillingen, die kun-
nen optreden door de ventilatoren en/of warmtepomp in
combinatie met ongeschikte installatieomstandigheden, te
voorkomen. Het wordt aanbevolen om het systeem niet di-
rect naast een slaapkamer te installeren en het te bevesti-
gen aan een zware constructie zoals beton. Om de over-
dracht van geluid of trillingen te voorkomen, kan het nodig
zijn om in de installatieruimte antitrillingsmaterialen en ge-
luidsisolatie te gebruiken.
De lucht die in het Combi Blueline-apparaat wordt gebruikt,
mag niet vervuild zijn met agressieve stoffen zoals ammo-
niak, zwavel of chloor, omdat deze de onderdelen van het
koelsysteem kunnen beschadigen.
Aansluiten op een waterleiding
Houd tijdens de installatie rekening met de afmetingen van
de leidingen in verhouding tot de bestaande waterdruk en
het drukverlies, om er zeker van te zijn dat er voldoende
druk en water is op de plaats waar het water wordt afge-
nomen.
De aspecten van de installatie die te maken hebben met wa-
ter moeten voldoen aan de plaatselijke voorschriften voor
watervoorziening. De waterleidingen die in de warmtapwa-
terinstallatie worden gebruikt, moeten goedgekeurd zijn
voor drinkwater. Houd rekening met de corrosieve eigen-
schappen van de gebruikte materialen om schade te
voorkomen.
Zoals bij alle containers onder druk moet de tank van het
apparaat voorzien zijn van een goedgekeurde veiligheidsk-
lep en een goedgekeurde terugslagklep aan de toevoerzijde
(controleer altijd de lokale vereisten).
De toevoer van vers koud water en de afvoer van warmtap-
water vinden plaats onder de tank (3/4" RG-aansluiting). De
maximale bedrijfsdruk is 10 bar en de maximale bedrijf-
stemperatuur is 65 °C.
Indien nodig moet de toevoerleiding worden voorzien van
een reduceerklep en eventueel van een filter.
Vermijd verontreiniging van de leidingen wanneer
u ze in de woning monteert. Spoel indien nodig de
leidingen door met schoon water voordat u het
apparaat aansluit.
Let er bij het monteren van leidingen op dat u de
leidingaansluitingen niet verdraait. Gebruik een
pijptang om tegendruk uit te oefenen.
Als er geen recirculatie wordt gebruikt, zorg er
dan voor dat de aansluiting van de recirculatie-
pijp goed vastzit.
Door het efficiënte koelvermogen van de Combi
Blueline kunnen de temperaturen van de toevoer-
lucht onder het dauwpunt komen, wat in sommige
gevallen kan leiden tot condensvorming buiten de
toevoerluchtleidingen. Het wordt aangeraden om
de toevoerluchtleidingen te isoleren tegen
condensatie en/of om een geschikte luchtstroom
te handhaven die voorkomt dat de temperatuur
van de toevoerlucht daalt tot onder het dauwpunt.
7