Expertinstellingen
Vanuit Auto, Comfort, Eco of VorstBeveiligingsmodus druk
gelijktijdig voor 5 seconden in om wijzigingen aan te brengen.
(*)Als de ON/OFF mode en BST zijn geselecteerd.
(**) Als de ON/OFF mode is geselecteerd.
Maximum omgevingstemperatuurinstelling
•
voor de Boostfunctie
Wanneer de Boostfunctie actief is zal de ruimte opwarmen tot de
gewenste temperatuur. Wanneer deze berikt is zal deze automatisch
stoppen. De waarde is vooringesteld op 30°C. U kunt deze aanpasen
van 20°C to 30°C, in stappen van 1°C.
Om het aan te passen, ga als volgt te werk :
1-
Druk
of
.
2- Opslaan met
.
De volgende instelling zal verschijnen.
Belangrijk: Deze handeling is voorbehouden aan professionele
installateurs; elke verkeerde instelling zou in vreemde situaties kunnen
resulteren.
• Calibratie van de omgevingstemperatuur sensor
Deze waarde dient aangepast te worden wanneer de gemeten waarde
teveel zou afwijken van de echte waarde - voor deze actie mag enkel
een betrouwbare thermometer gebruikt worden.
De calibratie stelt u in staat om een afwijking van max. +3°C to -3°C in
stappen van 0,1°C te compenseren.
Belangrijk: Voordat u enige calibratie uitvoert is het belangrijk dat u
minstens 4u wacht totdat de omgevingstemperatuur gestabiliseerd is.
Om de compensatiewaarde aan te passen ga als volgt te werk:
1-
De display geeft de actuele
compensatiewaarde weer.
Standaard staat deze ingesteld op 0.
2- Er zijn 2 mogelijklheden :
2.1-
De gemeten temperatuur op
de thermostaat is hoger dan
die gemeten via een
betrouwbare thermometer
thermostaat
: 20°C
thermometer
: 19,5°C
gemeten verschil = - 0,5°C.
Verminder de gemeten
temperatuur met 0,5°C
2.2-
De gemeten temperatuur op
de thermostaat is lager dan
die gemeten via een
betrouwbare thermometer
thermostaat
: 19°C
thermometer
: 20°C
gemeten verschil = + 1°C.
Vermeerder de gemeten
temperatuur met 1°C
en
1
Maximum omgevings-
temperatuurinstelling voor
de Boostfunctie (*).
-
Règlages experts
2
Omgevingstemperatuur
sensor calibratie
3
ON minimum duration
setting (**)
1
2-
Important : cette opération est r éservée aux i nstallateurs professionnels
régulation.
•Etalonnage de la sonde de mesure de température
pour être sûr que la température ambiante soit stabilisée.
1-
2-
2.1- Si l'écart de t empérature est
2.2- Si l'écart de température est
Écart mesuré = +1°C.
14
pendant 5 secondes
ou
sur