6.
De houder van SmartPort met een kruiskop-
schroevendraaier verwijderen en in de buurt
van het apparaat aan de wand of het plafond
bevestigen.
7.
De WiFi-stick in de interface van de Smart-
Port plaatsen.
8.
De verlengkabel met de kabel van de Smart-
Port verbinden en met de SmartPort aan de
houder aanbrengen.
9.
De draaischakelaar S1 op 0 en de beide
schakelaars van de DIP-schakelaar S2 op
OFF zetten.
10.
De afdekking van de besturingsprintplaat
weer aanbrengen.
11.
Het filterrooster sluiten.
15