Bediening van het apparaat > Verzenden
3
4
De instellingen die in het TWAIN-dialoogvenster voorkomen, zijn de volgende.
Item
Basis
Paginagrootten
Toevoermethode
Oorspronkelijke
plaatsing
Zendformaat
Imaging
Scankleur
Resolutie
Oorspronkelijk...
Belichting
Contrast
Geavan-
Omgekeerd
ceerd
beeld
Doorschijnen
voorkomen
Profielen
Toevoegen
Bewerken
Verwijderen
Pla at s de origine le n.
Originelen plaatsen (pagina 5-2)
Sc a n de origine le n.
Klik op de knop [Scannen]. De documentgegevens worden gescand.
Deze instelling stelt de grootte van het scangebied in. De
beschikbare grootten variëren op basis van het scannermodel en
het formaat van het origineel.
Deze instelling geeft de toevoermethode van het origineel op.
Selecteer de toevoermethode uit de lijst.
Deze instelling geeft de plaatsing van het origineel op.
Deze instelling geeft het beeldformaat op. De beschikbare
formaten variëren op basis van het scannermodel en het formaat
van het origineel.
Deze instelling geeft het kleurtype van het beeld op.
Deze instelling geeft het dpi (dots per inch) ofwel de scherpte voor
het beeld op.
Deze instelling geeft de totale beeldkwaliteit op. Zorg ervoor dat
uw selectie overeenkomt met het origineel dat u scant.
Deze instelling geeft de scherpte en helderheid van het beeld op.
Als het selectievakje "Automatisch" is geselecteerd, dan zijn de
schuifbalk en het invoervak niet beschikbaar en wordt het
belichtingsniveau automatisch op de standaardinstelling ingesteld.
Deze instelling geeft het contrast tussen de lichte en donkere
gebieden van het beeld op. Deze functie kan niet gebruikt worden
als [Zwart-wit] is geselecteerd in [Scankleur].
Deze instelling scant beelden als een negatief van een foto, door
de zwarte en witte gebieden van het beeld om te keren.
Deze instelling voorkomt dat het beeld op een kant van het papier
doorschijnt aan de andere kant wanneer het gescand wordt.
Dit wordt gebruikt om de huidige instellingen te controleren en
vaak gebruikte instellingen op te slaan. Wanneer op de knop
[Configuratie] wordt geklikt, gaat een instelscherm open met
knoppen voor [Toevoegen], [Bewerken] en [Verwijderen].
De huidige instellingen kunnen opgeslagen worden als een
scanprofiel.
De naam en het commentaar van het geselecteerde scanprofiel
kunnen gewijzigd worden.
Verwijder opgeslagen scanprofielen.
5-31
Details