Par
P4-01
Selectie motor control
0 : ECO Vector Speed Control (VT). Deze regeling is bedoeld voor standaard motoren die aangesloten zijn op toepassingen
met een variabel Koppel (zoals centrifugaalpompen en ventilatoren).
1 : ECO Vector Speed Control (CT). Deze regeling is bedoeld voor standaard motoren die aangesloten zijn op toepassingen
met een constant Koppel (zoals hogedrukpompen).
2 : Vector Control (IM). Standaard Vector regeling die bedoeld is voor standard motoren (constant koppel).
3 : ACPM Vector Control. Regeling bedoeld voor AC permanent magneetmotoren.
4 : BLDC Vector Control. Regeling bedoeld voor "Brushless DC motoren".
5 : SynRM Vector Control. Regeling bedoeld voor synchrone reluctantie motoren.
6 : LSPM Control. Regeling bedoeld voor Start permanent magneetmotoren.
LET OP 0 of 1 is het niet noodzakelijk om een autotune uit te voeren. Het kan echter wel de performance verbeteren.
Bij 2 of hoger is het wel noodzakelijk om een autotune uit te voeren. Let wel op dat de motorgevens eerst worden ingesteld.
P4-02
Start Autotune
Wanneer deze parameter wordt ingesteld op de waarde 1 zal de HVAC Eco regelaar direct beginnen met een niet roterende
autotuning. De motor wordt doorgemeten en zal niet gaan draaien. Door de autotuning zal de motor beter en efficiënter gaan
draaien. Na de autotuning wordt de parameter automatisch teruggezet naar 0. De autotune kan enkele minuten duren.
P4-03
Proportionele versterking van de interne snelheidsregelaar
Met parameter P4-03 wordt de proportionele versterking van de interne snelheidsregelaar ingesteld wanneer er gebruik wordt
gemaakt van de vector regeling (P4-01 = 0 of 1). Hoge waarden zorgen voor een snelle frequentieverandering en een goede
response. Een te hoge waarde kan leiden tot instabiliteit en overstroomfouten. Voor het beste resultaat moet de versterking langzaam
verhoogd worden terwijl de stroom en de snelheid in de gaten worden gehouden. Een optimale instelling is bereikt wanneer er in de
snelheidsresponse geen of bijna geen overshoot is van de actuele snelheid t.o.v. de ingestelde snelheid.
In het algemeen is het zo dat bij aandrijvingen met een grote massatraagheid er een hogere waarde van de proportionele versterking
ingesteld kan worden.
P4-04
Intergratietijd van de interne snelheidsregelaar
Bepaalt de integratietijd van de interne snelheidsregelaar. Hoe groter de integratietijd hoe groter de demping. Korte tijden zorgen voor
een snelle reactie maar kunnen ook leiden tot instabiliteit.
P4-05
Motor power factor (cos phi)
De cos phi kan worden afgelezen van het motortypeplaatje. Deze parameter moet altijd worden ingesteld wanneer er gebruik wordt
gemaakt van de vector regeling. Stel deze parameter in voordat de auto-tune wordt uitgevoerd.
P4-07
Gewenste koppel of maximale koppel-/stroomgrens
Bepaalt de maximale koppel-/stroomgrens. Wanneer de koppel-/stroomgrens wordt bereikt zal de regelaar de uitgangsfrequentie
verlagen.
P4-12
Onthouden thermische overbelasting
0: Niet actief.
1: Actief. Alle Invertek Optidrive frequentieregelaars zijn voorzien van een elektronische thermische overbelastingsbeveiliging
ter bescherming van de aangesloten motor. Een interne overbelastingsaccumulator bewaakt de uitgangsstroom en zal de
frequentieregelaar uitschakelen als de thermische grens wordt overschreden. Wanneer P4-12 is uitgeschakeld zal na het uit- en
inschakelen van de voedingsspanning de waarde van de accumulator worden gereset. Wanneer P4-12 is ingeschakeld, wordt de
waarde bewaard na het uit- en inschakelen van de voedingsspanning.
P4-13
Omdraaien uitgangsfasen
0 : U,V,W.
1 : U,W,V. De draairichting van de motor zal worden omgedraaid.
P4-14
Reactie bij thermische overbelasting
0 : It.trp. Wanneer de interne overbelastingsaccumulator 100% bereikt zal de regelaar de fout It.trp geven.
1 : Stroombegrenzing. Wanneer de interne overbelastingsaccumulator 90% bereikt zal de stroom worden begrenst (P4-07) tot
100% van P1-08. Dit voorkomt dat de regelaar tript met de fout It.trp. De waarde van P4-07 wordt weer teruggezet naar de originele
waarde wanneer de de interne overbelastingsaccumulator 10% bereikt.
2 : Stroombegrenzing boven de minimale snelheid. This mode is the same as mode 1 above, but is only activated once the
motor has ramped up to the minimum speed set in P1-02.
www.invertekdrives.com
Parameternaam
Minimaal
Maximaal
Standaard
0
6
0
1
0.1
400.0
0.010
2.000
0.00
0.99
20.0
200
0
1
0
1
0
2
Versie 3.12 | Optidrive Eco gebruikershandleiding | 57
Eenheid
0
-
0
-
50.0
%
0.050
Seconden
-
110.0
%
1
-
0
-
1
-
9