Par
P3-11
Grenzen PID fout voor uitschakelen acc./dec. tijden
Deze parameter bepaalt de grenzen (hysterese) voor de PID fout die ervoor zorgen dat wanneer het verschil tussen de gewenste
waarde en de teruggekoppelde waarde binnen de ingestelde grenzen valt de acc. en dec. tijden worden uitgeschakeld. Door het
uitschakelen van de acc. en dec. tijden reageert de PID regeling sneller bij relatief kleine PID fouten. Bij grote PID fouten worden de
acc. en dec. tijden wel gebruikt om grote/heftige veranderingen in de motorsnelheid te voorkomen.
Een waarde 0.0 van de parameter houdt in dat deze functie is uitgeschakeld. Let wel op dat te grote grenzen kunnen leiden tot snelle
en grote snelheidsveranderingen die op hun beurt kunnen leiden tot overstromen en overspanningen.
P3-12
Scalering weergave van de terugkoppeling (sensor)
Zorgt voor een scalering van de teruggekoppelde waarde. Met deze parameter kan de 0-100% van de analoge ingang worden
omgezet naar een weergave van bijv. 0-10 Bar die wordt gemeten door de sensor.
P3-13
" Wake Up" niveau van de terugkoppeling (sensor)
Deze parameter bepaalt het niveau van de terugkoppeling waarbij de HVAC Eco regelaar de "standby mode" van de PID-regeling
uitschakelt. Wanneer het teruggekoppelde signaal onder het ingestelde niveau komt zal de HVAC Eco regelaar "wakker worden" en
doorgaan met de PID-regeling.
P3-14
Snelheid/frequentie voor inschakelen "standby mode"
De "standby mode" wordt geactiveerd wanneer er in parameter P2-27 een waarde (tijd) wordt ingesteld. Deze parameter (P3-14)
bepaalt de frequentie/snelheid die de frequentieregelaar gedurende de ingestelde tijd (P2-27) moet uitsturen om vervolgens de
"standby mode" te activeren. Tijdens de "standby mode" stuurt de frequentieregelaar geen frequentie meer uit.
P3-15
2de Gewenste waarde PID-regeling digitaal
De PID-regeling gebruikt de 2de digitale gewenste waarde wanneer P3-05 = 0 en de 2de digitale gewenste waarde wordt
gekozen d.m.v. de digitale ingangen (zie hoofdstuk 8. 1 . Digital Input Configuration Parameter P1-13 voor meer informatie).
P3-16
Leidingbreuk detectietijd
De leidingbreukdetectie wordt geactiveerd wanneer er een waarde > 0 wordt ingesteld (P3-16 > 0). De HVAC Eco
frequentieregelaar, waarbij de PID-regeling is geactiveerd of wordt geactiveerd, zal bij elke start controleren of binnen de ingestelde
detectietijd (P3-16) de druk het drempelniveau van parameter P3-17 haalt. Wanneer het ingestelde niveau niet wordt gehaald
(=pijpbreuk) zal de frequentieregelaar de foutmelding "Pr-Lo" (Pressure Low) geven en stoppen met uitsturen.
P3-17
Drempelniveau leidingbreukdetectie
Drempelniveau van de PID terugkoppeling voor leidingbreukdetectie. Bij een normale PID-regeling (P3-04 = 0) moet het
terugkoppelsignaal na de detectietijd (P3-16) groter zijn dan de waarde van parameter P3-17. Bij een geïnverteerde PID-regeling
(P3-04 = 1) moet het terugkoppelsignaal na de detectietijd (P3-16) kleiner of gelijk zijn aan de waarde van parameter P3-17.
P3-18
Uitschakeling PID-regeling
0: Altijd actief. De PID-regeling is actief zolang de proportionele versterking P (P3-01) > 0.
1: Actief na start. De PID-regeling is alleen actief wanneer de regelaar is gestart. Tijdens stop wordt de PID-regeling gereset naar
0 (uitgang).
P3-19
Extra wachttijd leidingbreukdetectie
Dit kan nuttig zijn in situaties waarin het systeem in stabiele toestand draait en er plotseling worden gesloten en worden geopend.
Dit kan een overshoot van druk veroorzaken, gevolgd door een undershoot die vervolgens de "Pr-Lo" -uitschakeling onnodig kan
veroorzaken.
9
54 | Optidrive Eco gebruikershandleiding | Versie 3.12
Parameternaam
Minimaal
Maximaal
Standaard
0.0
25.0
0.000
50.000
0.0
100.0
0.0
P1-01
0.0
100.0
0
2000
0.0
100.0
0
1
0
600
www.invertekdrives.com
Eenheid
0.0
%
0.000
-
5.0
%
0.0
Hz / Rpm
0.0
%
0
Seconden
0.0
%
0
-
0
Seconden