Inhoudsopgave
Advertenties
4.7.5. Relaisuitgangen
Er zijn 2 relaisuitgangen beschikbaar. Deze mogen mogen maximaal belast worden met 5A bij 230V AC en 6A bij 30V DC.
Uitgangsrelais 1 heeft zowel N.O. als N.C. contacten. Uitgangsrelais 2 heeft alleen een N.O. contact.
De functionaliteit van de uitgangsrelais wordt bepaalt door parameters P2-15 en P2-18. Zie hoofdstuk 9. 1 . Parametergroep 2 -
Uitgebreide parameters op pagina 47.
4.8. Thermische beveiliging van de motor
4.8.1. Interne thermische beveiliging
De Optidrive Eco heeft een interne motoroverbelastingsbeveiliging (stroomgrens) die is ingesteld op 1 10% van de nominale
motorstroom (P1-08). Deze stroomgrens kan aangepast worden via P4-07. De frequentieregelaar heeft een interne thermische
motorbeveiliging. Wanneer de motorstroom (instelbaar via P-08) > 100% is gedurende een bepaalde tijd, wordt de foutmelding "I.t-
trP" weergegeven (bijv. bij 1 10% gedurende 75 sec.). De overbelastingsaccumulator staat een bepaalde aanhoudende overbelasting
toe voor een bepaalde duur. Hoe hoger de overbelasting hoe korter de overbelasting mag duren:
Constant koppel (P4-01 > 0)
1 10%
150%
175%
200%
Toelichting tabel:
HD = selectie regelaar Heavy Duty (zware toepassing) – de regelaar moet zodanig gekozen worden dat de motorstroom maximaal
75% is van de nominale stroom van de regelaar.
SD = selectie regelaar Standaard Duty (normale toepassing) – de regelaar mag zodanig gekozen worden dat de motorstroom bijna
gelijk is aan de nominale stroom van de regelaar.
Bij gebruik in variabel koppel mode (P4-01 = 0), maakt het groter selecteren van de regelaar geen verschil voor de beschikbare duur
van de overbelastingsconditie.
LET OP De 45kW 400V Eco (ODV-3-540900-3...) kan alleen overbelast worden volgens de getoonde waarde in de tabel met
variabel koppel ongeacht de instelling van P4-01.
4
4.8.2. Aansluiting motorthermistor/PTC
Als een motorthermistor/PTC wordt gebruikt, moet deze als volgt worden aangesloten:
Aansluiting motorthermistor/PTC
4.9. Installatie volgens EMC richtlijnen
4.9.1. Installatie binnen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk
Alle apparatuur die in de Europese Unie of in het Verenigd koninkrijk is geïnstalleerd, moet voldoen aan de geldende Europese
of Britse EMC-richtlijnen. De installateur moet bekend zijn met de richtlijnen en de juiste EMC installatie. De producten van
Invertek Drives kunnen worden beschouwd als een "Basic Drive Module" of als een "Complete Drive Module" volgens de EMC-
standaarddefinitie, afhankelijk van het type frequentieregelaar. De BDM of CDM kan vervolgens worden opgenomen in een
aandrijfsysteem ("Power Drive System"). Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat de volledige PDS
voldoet aan de richtlijn.
Dit gedeelte van de gebruikershandleiding biedt algemene richtlijnen om ervoor te zorgen dat nakoming van de richtlijnen kan
worden bereikt.
30 | Optidrive Eco gebruikershandleiding | Versie 3.12
HD
SD
75 s
75 s
15 s
15 s
10 s
–
7.5 s
–
Variabel koppel (P4-01 = 0)
1 10%
75 s
150%
1 s
175%
–
200%
–
Compatibel thermistor type : PTC Type, 2.5kΩ trip niveau.
G eef d.m.v. parameter P1-13 de ingang DI5/AI2 de
functie "externe fout" ( V.b. P1-13=6). Zie hoofdstuk 8. 1 .
Parameter P1-13 : configuratie digitale ingangen op
pagina 44 voor meer informatie.
P 2-33 = "ptc-th".
Aanvullende informatie
www.invertekdrives.com
Advertenties
Inhoudsopgave
