Instellingen
Geluiden en trillen
Opties
U kunt de instellingen voor diverse geluiden op het apparaat wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op Geluiden en trillen.
Geluid / Trillen / Stil: instellen dat het apparaat de geluidstand, de trilstand of de stille stand gebruikt.
•
Trillen bij inkomende oproep: instellen dat bij inkomende oproepen zowel een beltoon als een
•
trilsignaal wordt gebruikt door het apparaat.
Tijdelijk dempen: instellen dat het apparaat gedurende een bepaalde periode de stille stand gebruikt.
•
Beltoon: de beltoon wijzigen.
•
Meldingsgeluid: het meldingsgeluid wijzigen.
•
Systeemgeluid: wijzig het geluid dat voor bepaalde acties wordt gebruikt, zoals het opladen van het
•
apparaat.
Volume: het volumeniveau van het apparaat aanpassen.
•
Trillen bij oproep: de instellingen voor het trillen bij oproepen wijzigen.
•
Trilstand melding: de instellingen voor het trillen bij meldingen wijzigen.
•
Trilsignalen systeem: instellen dat het apparaat trilt bij acties, zoals het bedienen van het
•
aanraakscherm.
Intensiteit trilsignaal: de sterkte van het trilsignaal aanpassen.
•
Geluidskwal. en -effecten: de geluidskwaliteit en -effecten van het apparaat instellen. Raadpleeg
•
Geluidskwaliteit en -effecten
Afzonderlijk app-geluid: instellen dat mediageluid van een specifieke app afzonderlijk op het andere
•
audio-apparaat wordt afgespeeld. Raadpleeg
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
voor meer informatie.
Afzonderlijk app-geluid
92
voor meer informatie.