Instellingen
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct verbindt apparaten rechtstreeks via een Wi-Fi-netwerk zonder een toegangspunt.
1
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen → Wi-Fi en tik vervolgens op de schakelaar om deze
functie in te schakelen.
2
Tik op → Wi-Fi Direct.
De gedetecteerde apparaten worden weergegeven.
Als het apparaat waarmee u verbinding wilt maken, niet in de lijst staat, moet u verzoeken om de Wi-Fi
Direct-functie van het apparaat in te schakelen.
3
Selecteer een apparaat om verbinding mee te maken.
De apparaten worden verbonden als het andere apparaat het Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek
accepteert.
Als u de apparaatverbinding wilt verbreken, selecteert u het los te koppelen apparaat in de lijst.
Bluetooth
Gebruik Bluetooth om gegevens of mediabestanden uit te wisselen met andere apparaten waarop
Bluetooth is ingeschakeld.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van Bluetooth
Samsung is niet verantwoordelijk voor het verlies, de onderschepping of het misbruik van gegevens die
•
via Bluetooth zijn verzonden of ontvangen.
Zorg altijd dat u gegevens deelt met en ontvangt van vertrouwde apparaten die goed zijn beveiligd. Als
•
er voorwerpen tussen de apparaten staan, is het mogelijk dat de afstand waarop de apparaten kunnen
communiceren afneemt.
Sommige apparaten, vooral apparaten die niet door Bluetooth SIG zijn getest of goedgekeurd, zijn
•
mogelijk niet compatibel met uw apparaat.
Gebruik de Bluetooth-functie niet voor illegale doeleinden (bijvoorbeeld illegale kopieën maken
•
van bestanden of illegaal gesprekken opnemen voor commerciële doeleinden). Samsung is niet
verantwoordelijk voor de gevolgen van illegaal gebruik van de Bluetooth-functie.
84