Aan de slag
Vergrendelscherm
Als u op de zijknop drukt, wordt het scherm uitgeschakeld en vergrendeld. Het scherm wordt ook
uitgeschakeld en automatisch vergrendeld als het apparaat niet wordt gebruikt gedurende een bepaalde
periode.
Als u het scherm wilt ontgrendelen, veegt u in een willekeurige richting wanneer het scherm wordt
ingeschakeld.
Als het scherm is uitgeschakeld, drukt u op de zijknop om het scherm in te schakelen. U kunt ook
dubbeltikken op het scherm.
De schermvergrendelingsmethode wijzigen
Als u de schermvergrendelingsmethode wilt wijzigen, opent u de Instellingen, tikt u op Vergrendelscherm
→ Type schermvergrendeling en selecteert u een methode.
Als u een patroon, pincode, wachtwoord of biometrische gegevens instelt voor de
schermvergrendelingsmethode, kunt u uw persoonlijke gegevens beschermen door te voorkomen dat
anderen toegang hebben tot uw apparaat. Nadat u de schermvergrendelingsmethode hebt ingesteld, moet
u een ontgrendelingscode invoeren op het apparaat om het te ontgrendelen.
U kunt op uw apparaat instellen dat de fabrieksinstellingen worden hersteld als u de
ontgrendelingscode meerdere keren achter elkaar verkeerd opgeeft en het maximum aantal
pogingen bereikt. Open de Instellingen, tik op Vergrendelscherm → Instell. veilige vergrendeling,
ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde schermvergrendelingsmethode en tik vervolgens
op de schakelaar Aut. reset fabrieksinst. om deze functie in te schakelen.
Indicatorpictogrammen
Pictogrammen verschijnen in de statusbalk aan de bovenzijde van het scherm. De pictogrammen die in de
tabel staan, worden het meest gebruikt.
Pictogram
Betekenis
Geen signaal
Signaalsterkte
Roaming (buiten het gebruikelijke servicegebied)
GPRS-netwerkverbinding
EDGE-netwerkverbinding
3G/UMTS-netwerkverbinding
HSDPA-netwerkverbinding
HSPA+-netwerkverbinding
27